11 jul 2013

Machinerielompigheden enzo

Je weet wel. Je hebt zo van die dagen. Van de ene lompigheid val je in de andere. Ik heb het meegemaakt. Nu ja, het lag niet aan mij - deze uitvlucht nog gehoord? Bij nader inzien lag het écht niet aan mij.

Luister - of beter: lees. Met de grootste precisie nam ik voorbije week de grasmachine van mijn mitje in gebruik. Zo een 'elektrischedraadgeval'. Dus uitkijken was alleszins een must. Nu, wegens aardbeiverslavingen van haar kleinkinderen ligt mijn mitje haar tuin vol van deze rode bolletjes. Ook vogels zijn fan. Gelukkig had ze daar iets op gevonden: een groen net dat met haar tentakels deze vruchtjes beschermde. Met de nadruk op -de. Helaas bleek de grasmachine te wild, het net te dicht en het mes te scherp. Resultaat: een grasmachinemes met een onomkeerbare groene knosselboel.

En daar bleef het niet bij. In onze tuin hebben we van die struiken. Buxussen en co. Aangezien ik nog een thuiszittertje ben, kreeg ik de mooie opdracht om al deze struiken van hun bladergewei te ontdoen. Geweldig. Met een elektrische haagsnoeimachine in de hand, voelde ik me ijzersterk. Na enige aarzeling vlogen de blaadjes in het rond. Iets te kwistig, zo bleek. Toen er plots een stuk draad tevoorschijn kwam uit het struikgewas en mijn wegtrekreflex iets te laat kwam, lagen daar plots twee verlengkabels op de grond. Slik.

Nu kan je veel zeggen, maar mij niet wijsmaken dat ik hiervan de enige oorzaak was. Het was zeker een teken. Een of ander ecologisch radartje dat zotte toeren draaide in mijn hoofd. Voortaan neem ik de snoeischaar.

Trouwens, terwijl ik daar mijn machineriekunsten tentoonstelde in ons voortuintje, hoorde ik plots een hulpgeroep. Mijn schuine overbuurvrouw lag te spartelen op de grond. In volle galop rende ik op haar af, terwijl menig auto en fiets haar voorbij bolde. Met tranen en zweet op haar gezicht stak ze haar armen uit. Twee kussen en de zekerheid op een gebedje later, had ik haar heelhuids van de grond geholpen. Oef.

Een beetje later kreeg ik een aardig kaartje in mijn handen gestopt:

Beste mevrouw,
veel dank omdat u mij zo goed en vlug geholpen hebt. Ik heb heel veel geluk gehad die vrijdag, weet u nog? Je kwam met spoed aangelopen om mij te helpen, dank u zeer. Godzijdank! Alles is goed en dat is heel bijzonder 'sjaloom'. Ik bid - daar stond nog een -t bij, maar in dit geval had ik het bijna niet opgemerkt, en het doet er ook niet toe - voor u en uw gezin. 't Allerbeste in heel uw doen en laten ... 
Veel dank, Emilie.

Het lijkt misschien een beetje banaal, maar dat kaartje deed met toch even slikken. Een beetje burenliefde en hulpvaardigheid.

Slik. Slik. Slik.


2 jul 2013

Wat NU?

Zowat de meest voorkomende vraag die ik sinds mijn thuiskomst in beide oren heb horen dreunen.
Nu bijvoorbeeld schrijf ik een blogtekst op mijn Wittekipblog.
Nu ben ik bijna op weg naar de wc omdat een hoogdringendheid me roept.
Nu bekijk ik m'n Facebookpagina.
Nu weet ik nog steeds niet het exacte antwoord op de vraag 'wat nu'. 
Is dit wat jullie wilden horen? 

Een teveel aan plannen en ideeën dwingt me om even een welgemeende zucht te laten ontglippen. Op een jaar tijd heb ik de 'half(ge)wassen' fase door gesparteld. Ondertussen zit het groen niet enkel achter mijn oren, maar voel ik het langs alle mogelijke hoeken en kanten kriebelen. Oneindig veel mogelijkheden doemen voor me op.
Misschien begin ik wel m'n eigen zelfpluktuin of benoem ik mezelf tot rondfietsende bioboerin of zorgboerin. Dan heb ik nog dat boek waar mijn vingers willen inkruipen. Of professioneel 'blogster' dat zou nog iets zijn. Ook wil ik schapenwollen beenverwarmers maken en jongleerballetjes naaien. Misschien word ik wel schapenherder. Of als je lang genoeg doordramt, zie ik mezelf wel een walnotenboomkwekerij beginnen - in september zaai ik mijn eerste boom - en dan organiseer ik snoeiharde notenfeesten. Ik wil op een afvalberg kruipen en mijn eigen windmolen bouwen - zie mijn inspiratieheld: William Kamkwama. Of wie weet, krijg ik wel een jobaanbieding als 'professionele berggeit'. 
Professionele berggeit


Nu zonder zeveren: daar zit toekomst in, toch?  

En dan zijn er die onvervalste sollicitatiebrieven, die je dan moet schrijven wanneer je een job in het 'normale circuit' achterna holt  - je weet wel ... zoals het hoort. Of dat zeggen ze toch. Dagenlang schreef ik mijn eigen - ietwat ludieke, doch stijlvolle (al zeg ik het zelf) - brieven. Tot ik vandaag las hoe een 'echte motivatiebrief' er uit moet zien. Op z'n braafst gezegd: de saaiheid krult van het blad. Voor de job van mijn leven zou ik deze motivatiebrief opsturen:

Geachte,
Ik ben Evelien en ik ben wie je zoekt. De job van mijn leven ligt in jouw handen. Het is te nemen of te laten: voor je het weet ben je, je handen kwijt. Als ik ergens mijn klauwen inzet dan doe ik dat niet enkel ter uiterlijk vertoon. Als een boom zal ik mijn wortels een voor een vastklampen aan alle (on)doorgrondelijkheden die je me voorlegt. U hoort het al, weer zo eentje die je (binnenkort) snoeien zal. Groot zal jouw verwonderlijkheid zijn als die snoeioperatie er alleen maar voor zorgt dat ik het volgende jaar dubbel en dik terugkeer. 
Hoogachtend, - ook laagachtend als je niet van de grootsten bent, ik duld geen discriminatie in mijn brieven.