30 aug 2013

E.R.V.A.R.I.N.G.

Zoeken naar werk is een beetje verdrinken.
Verdrinken in een lijst van eindeloze afwijzingen.
Positieve noten worden keihard afgeknald door de zin: 'we hebben jouw kandidatuur NIET kunnen weerhouden'.
Boem.

- alsof de spijt er van afdruipt. 

"Wij zijn ervan overtuigd dat u met uw kwaliteiten wel heel snel een job zult vinden." - ik wou deze job, meneer. Mijn kwaliteiten zijn als het ware op het lijf van uw bedrijf/organisatie/NGO geschreven. Hoe kan ik nu ooit in een ander bedrijf tewerkgesteld worden als ik gemaakt ben voor deze job? Gaat u me herkneden? 
Zinloos om tegen te sputteren.

E.R.V.A.R.I.N.G.

Je zou het woord als het ware kunnen zien als een complot. De afkorting R.V.A. sluipt er genadeloos in. Hoewel er niets van bemiddeling aan is. Gekweld door een onwrikbare R.I.N.G. Rondjes cirkelen. Telkens opnieuw terug bij af. Zo kom je niet eens aan de tenen van het genoemde woord. E.R.V.A.R.I.N.G. Zeg me eens hoe je dat doet?

Dit klinkt allemaal een beetje alsof ik verbitterd ben. Integendeel echter. Ik verwoord eventjes sommige van mijn gedachtegangen wanneer het even wat minder gaat. Maar eigenlijk heb ik al enkele fantastische 'ervaringen' achter de rug. Geweldige gesprekken, lieve afwijzingsmails, maar vooral nieuwe leerrijke inzichten. En zo lang ben ik nu ook nog niet aan het zoeken ...

Hup naar sollicitatie #1557874887.

6 aug 2013

Ochtendgeluidjes in de festivaldouches: Dranouter, een festival met gras op

Een licht gekreun ontsnapte plots in de - op wieltjes staande - douche naast de mijne - op dezelfde wieltjes staande douche. Ik zat op Dranouter het voorbije weekend. Een festival met gras op! De douches op de medewerkerscamping bleken al op dag twee hun warmte verloren te hebben. Dat ochtendlijk gekreun dat uit menig douchegat ontsproot, bleek daar dus zijn oorsprong te vinden. Gelukkig bleek het dit jaar, het jaar van de zon te zijn. Na een bende ijselijke druppels bleek de laatste dag van Dranouter, de zondag, de beste te worden.

't Vat was nog lang niet af, die zondagavond in 'de bar' waar wij als vrijwilligers enkele heel drukke, maar ook een pak stille shifts gedraaid hebben. Maar de sfeer was broeierig, het hele weekend door. Van de jonge artiesten op het podium met Eva De Roovere op vrijdagmiddag tot de laatste West-Vlaamse noten van de Dolfijntjes op zondagnacht. Met enthousiast gejoel gebruikten we elke vrije minuut om menig artiest te spotten en nieuwe of bekendere gezichten hun ding te laten doen. Daarnaast maakten we gebruik van onze welverdiende - niet dat ik het erg vond hoor, om met bierovergoten handen, T-shirts en voeten aan het werk te zijn. Heel wat grappige, melige, klagende, zingende anekdotes vonden alweer hun weg naar de bar - drank - en eetbonnetjes om onze smaakpapillen te verbreden. De aardbeienmojito was onze onverslagen favoriet.

Maar dus. Ik zag een mooie opener met Eva en haar jonkies, een krachtige An Pierlé op haar zitbal achter de piano, een ietwat flauwe Arno, een stukje van de West -Vlaamse Radio 1 sessies - wat jammer dat ik mijn lijfspreukheld Stefaan Degand moest missen, wegens dringend gevraagd achter de toog! -, een beklijvende The Broken Circle Bluegrass Band, de Nieuwe Snaar, een deeltje van het rockende Black Box Revelation, een zondagochtendopener om u tegen te zeggen: de Nieuwe Vrienden, een grenzeloos grappige Wouter Deprez - zijn streken zijn zelfs na een jaar Zuid-Afrika nog lang niet verleerd, heerlijke vent -, een stuk van het kinderfeest dat Radio Oorwoud met zich meebracht, een machtig en nostalgisch - tijdens ons allereerste project op Ecotripping, draaiden Wouter en Kathleen deze cd blauw terwijl we door het heuvelachtige landschap van de Creusestreek reden ... we voelden ons meteen terug in het Hol van de Kabouters -  optreden van ZAZ, de nachtegalenstem van Agnes Obel een deeltje van het dansbare Emir Kusturica & The No Smoking Orchestra.

En vergeet niet dat we vanachter onze toog ook alles van heel dichtbij konden horen wat zich in de grote tent afspeelde. En ook rolstoelraces, circus, ecologische festivalideetjes, Antwerpse grappigaards kwamen op mijn pad terecht.

Dranouter 2013. U was een pareltje.

11 jul 2013

Machinerielompigheden enzo

Je weet wel. Je hebt zo van die dagen. Van de ene lompigheid val je in de andere. Ik heb het meegemaakt. Nu ja, het lag niet aan mij - deze uitvlucht nog gehoord? Bij nader inzien lag het écht niet aan mij.

Luister - of beter: lees. Met de grootste precisie nam ik voorbije week de grasmachine van mijn mitje in gebruik. Zo een 'elektrischedraadgeval'. Dus uitkijken was alleszins een must. Nu, wegens aardbeiverslavingen van haar kleinkinderen ligt mijn mitje haar tuin vol van deze rode bolletjes. Ook vogels zijn fan. Gelukkig had ze daar iets op gevonden: een groen net dat met haar tentakels deze vruchtjes beschermde. Met de nadruk op -de. Helaas bleek de grasmachine te wild, het net te dicht en het mes te scherp. Resultaat: een grasmachinemes met een onomkeerbare groene knosselboel.

En daar bleef het niet bij. In onze tuin hebben we van die struiken. Buxussen en co. Aangezien ik nog een thuiszittertje ben, kreeg ik de mooie opdracht om al deze struiken van hun bladergewei te ontdoen. Geweldig. Met een elektrische haagsnoeimachine in de hand, voelde ik me ijzersterk. Na enige aarzeling vlogen de blaadjes in het rond. Iets te kwistig, zo bleek. Toen er plots een stuk draad tevoorschijn kwam uit het struikgewas en mijn wegtrekreflex iets te laat kwam, lagen daar plots twee verlengkabels op de grond. Slik.

Nu kan je veel zeggen, maar mij niet wijsmaken dat ik hiervan de enige oorzaak was. Het was zeker een teken. Een of ander ecologisch radartje dat zotte toeren draaide in mijn hoofd. Voortaan neem ik de snoeischaar.

Trouwens, terwijl ik daar mijn machineriekunsten tentoonstelde in ons voortuintje, hoorde ik plots een hulpgeroep. Mijn schuine overbuurvrouw lag te spartelen op de grond. In volle galop rende ik op haar af, terwijl menig auto en fiets haar voorbij bolde. Met tranen en zweet op haar gezicht stak ze haar armen uit. Twee kussen en de zekerheid op een gebedje later, had ik haar heelhuids van de grond geholpen. Oef.

Een beetje later kreeg ik een aardig kaartje in mijn handen gestopt:

Beste mevrouw,
veel dank omdat u mij zo goed en vlug geholpen hebt. Ik heb heel veel geluk gehad die vrijdag, weet u nog? Je kwam met spoed aangelopen om mij te helpen, dank u zeer. Godzijdank! Alles is goed en dat is heel bijzonder 'sjaloom'. Ik bid - daar stond nog een -t bij, maar in dit geval had ik het bijna niet opgemerkt, en het doet er ook niet toe - voor u en uw gezin. 't Allerbeste in heel uw doen en laten ... 
Veel dank, Emilie.

Het lijkt misschien een beetje banaal, maar dat kaartje deed met toch even slikken. Een beetje burenliefde en hulpvaardigheid.

Slik. Slik. Slik.


2 jul 2013

Wat NU?

Zowat de meest voorkomende vraag die ik sinds mijn thuiskomst in beide oren heb horen dreunen.
Nu bijvoorbeeld schrijf ik een blogtekst op mijn Wittekipblog.
Nu ben ik bijna op weg naar de wc omdat een hoogdringendheid me roept.
Nu bekijk ik m'n Facebookpagina.
Nu weet ik nog steeds niet het exacte antwoord op de vraag 'wat nu'. 
Is dit wat jullie wilden horen? 

Een teveel aan plannen en ideeën dwingt me om even een welgemeende zucht te laten ontglippen. Op een jaar tijd heb ik de 'half(ge)wassen' fase door gesparteld. Ondertussen zit het groen niet enkel achter mijn oren, maar voel ik het langs alle mogelijke hoeken en kanten kriebelen. Oneindig veel mogelijkheden doemen voor me op.
Misschien begin ik wel m'n eigen zelfpluktuin of benoem ik mezelf tot rondfietsende bioboerin of zorgboerin. Dan heb ik nog dat boek waar mijn vingers willen inkruipen. Of professioneel 'blogster' dat zou nog iets zijn. Ook wil ik schapenwollen beenverwarmers maken en jongleerballetjes naaien. Misschien word ik wel schapenherder. Of als je lang genoeg doordramt, zie ik mezelf wel een walnotenboomkwekerij beginnen - in september zaai ik mijn eerste boom - en dan organiseer ik snoeiharde notenfeesten. Ik wil op een afvalberg kruipen en mijn eigen windmolen bouwen - zie mijn inspiratieheld: William Kamkwama. Of wie weet, krijg ik wel een jobaanbieding als 'professionele berggeit'. 
Professionele berggeit


Nu zonder zeveren: daar zit toekomst in, toch?  

En dan zijn er die onvervalste sollicitatiebrieven, die je dan moet schrijven wanneer je een job in het 'normale circuit' achterna holt  - je weet wel ... zoals het hoort. Of dat zeggen ze toch. Dagenlang schreef ik mijn eigen - ietwat ludieke, doch stijlvolle (al zeg ik het zelf) - brieven. Tot ik vandaag las hoe een 'echte motivatiebrief' er uit moet zien. Op z'n braafst gezegd: de saaiheid krult van het blad. Voor de job van mijn leven zou ik deze motivatiebrief opsturen:

Geachte,
Ik ben Evelien en ik ben wie je zoekt. De job van mijn leven ligt in jouw handen. Het is te nemen of te laten: voor je het weet ben je, je handen kwijt. Als ik ergens mijn klauwen inzet dan doe ik dat niet enkel ter uiterlijk vertoon. Als een boom zal ik mijn wortels een voor een vastklampen aan alle (on)doorgrondelijkheden die je me voorlegt. U hoort het al, weer zo eentje die je (binnenkort) snoeien zal. Groot zal jouw verwonderlijkheid zijn als die snoeioperatie er alleen maar voor zorgt dat ik het volgende jaar dubbel en dik terugkeer. 
Hoogachtend, - ook laagachtend als je niet van de grootsten bent, ik duld geen discriminatie in mijn brieven.

11 apr 2013

Witte kip van onder 't stof

Hutten, bomen en vogels. Wie zegt dat België anders is dan Costa Rica? 


Het stof had zich ondertussen in de poriën van mijn blog genesteld. Aan dat gezellig onderonsje van stofpluisjes heb ik dan maar een halt toegeroepen. Mijn drang naar een beetje schrijfonzinnigheid kon niet langer onder controle gehouden worden. Donderdagen zijn zo van die dagen waarop geschreven woorden hun effect wel eens zouden kunnen hebben.

Schamende Belgen.

Na drie maanden vertoefd te hebben in het landje waar de 'holas' en 'guapas' je om de oren vliegen, was het stilletjes binnentreden in het land waar mensen liever naar de eelt op hun tenen kijken of de grond afspeuren naar de overblijfselen van hun kauwgomballen. U raadt het al. Ik ben terug in het nuchtere belgenland.

Terwijl ik op het Brusselse station enthousiast het zonnetje opsnoof en probeerde te zoeken naar gelijkgezinden die een rasechte Nederlandse of Franse babbel met met wilden voeren, waren mijn aanstalten duidelijk niet aantrekkelijk genoeg. Ofwel was het van niet willen. Belgen lijken met een ei te zitten. Een ei waar ze niet vanaf kunnen komen. Een schaamte-ei?

Vanmorgen was dat ei bij sommige mannen dan weer heel ver te zoeken. Vanop een dak met zicht op bos en dus ook de eenzame loopster die zich hard concentreerde om het opkomende blosje af te wenden, konden zij schaamteloos hun brabbelende taaltje afvuren. Vrolijk zwaaide ik terug en stak ik mijn duim omhoog, zonder ook maar een idee te hebben van wat er allemaal naar mijn hoofd geslingerd werd. Soms moet je bouwvakkers ook hun pleziertje gunnen. En het gaf me vooral een duwtje in de juiste richting.

Waar ik dus heen wilde. Heel veel mensen vragen me: 'ben je het hier terug al een beetje gewoon?' Wat voor mij een zenuwslopende vraag is. Het eerste obstakel dat in mijn hoofd dan opdoemt is: wat is gewoon? Voor jou iets helemaal anders dan voor mij. Ik hou niet zo van dat woord. Het klinkt alsof anderszijn een zonde is. En ik weet niet eens wat anders is. Enfin, een gevecht met mijn hoofd dus.

Laat ons zeggen dat dat ene verschil me het meeste parten speelt: op straat rondlopen en merken dat mensen niet eens een blik naar elkaar werpen. Heel snel wordt hun route afgelegd zonder op te kijken. Het maakt me een heel klein beetje triest. Hoewel ik af en toe wel een sprankeltje hoop voel opborrelen wanneer iemand mijn goeiemorgen een beetje verrast beantwoordt. En zelfs in de trein kan er heel af en toe een gesprekje af.

Ik pleit dus voor een beetje gezelligheid op straat. Zou dat ene woordje naar je tegenligger je dan zo hard doen afwijken van je route? Ik raad het iedereen aan om het te proberen. Het maakt mijn dag goed wanneer een onbekende mond naar me lacht of zelfs dat ene woordje naar buiten propt.

Doen.