30 jan 2010

De tel kwijt

Geen idee hoeveel ik er heb, en wanneer ze er op gezet zijn. Onmogelijk om het bij te houden. Maar een feit is dat ik er vol van sta. Vol met beten. Beesten die zich te goed doen met mijn bloed. Zijn het vlooien, zijn het muskieten? Wie zal het zeggen. Alleszins zit ik hier al dagen te proberen om mijn nagels niet in de jeukende ' zwellende boebels' te steken, maar geloof me, niets zo moeilijk als dat.

Vandaag hebben we dolfijnen gespot. Met een houten vissersbootje vaarden we richting Braamspunt. De Surinamerivier over, de zee in. Eerst met weinig resultaat. Enkele plensbuien kregen we over ons, maar geen dolfijn te bespeuren. Maar dan plots kwam er beweging van onder de golven. Enkele kleine dolfijnenvinnen kwamen en verdwenen weer. Heel leuk om te zien hoe die dieren een spel met ons speelden. Geen haarscherpe kiekjes kunnen maken, maar wel een unieke belevenis.
Aangekomen in Braamspunt, begroetten enkele uitgemergelde honden ons al op de oever. Met vragende ogen tuurden ze richting onze koelbox. Zwerfhonden zijn geen zeldzaamheid in Paramaribo. Maar deze beestjes hadden duidelijk genoeg van de vis die ze elke dag op hun bord kregen.
Braamspunt is een klein, verwaarloosd vissersdorpje. (Jammer dat het nog niet gelukt is om foto's te publiceren, want die beelden zouden boekdelen spreken.) Confronterend, maar over al het vuilnis heen, toch een mooi beeld. Hoe deze vissers samenleven, die vraag stel ik me nog steeds.
Voor we terug aanmeerden, deden we nog even een tussenstop op 'Fort Nieuw-Amsterdam'. Een fort gebouwd tijdens de koloniale tijd. Enkele kanonnen, een oud gevangenisgebouw en een schuilbunker later zaten we alweer in Marcels bus.

Ook al was de zon vandaag beperkt, toch zitten we hier nu allemaal met een rood hoofd te gloeien...

Freida

Werkdag nummer vijf achter de rug. Met andere woorden we hebben er al een weekje op zitten. De eerste werkweek was nog een beetje afwachten: wat zou ik juist doen, hoe zou ik het doen ..
Aan de Waterkant, een mooi plekje in Paramaribo, vlak aan de Surinamerivier, was Daan Goppel mijn eerste 'interviewslachtoffer', een jonge Nederlander die op drie maanden tijd gelift heeft van Utrecht naar Paramaribo ... een onwaarschijnlijk verhaal.

Op de redactie van de Ware Tijd heerst er een vrolijke sfeer. Maar de discussies kunnen er heftig tegen aan gaan. Ik denk dat het ligt aan het temperament van de meeste Surinamers hier. Heel leuk trouwens om te luisteren naar hun overhitte conversaties.

Morgen op tocht met Marcel: Dolfijnen spotten.

29 jan 2010

Witte kip

In het centrum van Paramaribo is het lekker druk. Op elke hoek staan mensen bij elkaar, te kijken, te wachten, plezier te maken of kranten te verkopen. Het is een feit dat blanke mensen hier opvallen. 'Bakra' of 'witte kip' hoor ik hier en daar wanneer ik wandel door de stad. Rondhangende mannen houden ervan om een beetje uit te dagen. Geen probleem wanneer ik samen met Jan (mijn collega/huisgenoot) door de straten loop. Maar de eerste keer alleen in het centrum was het toch even slikken. Na mijn eerste, echte werkdag (dinsdag) ging ik op pad naar de bus. 'Hey lekkere witte kip. Zal ik jou eens rondleiden in Paramaribo?' Maar het bleef gelukkig bij woorden. Bij de bus aangekomen was ik opgelucht, eventjes rust. Dat was buiten de man gerekend die naast mij kwam zitten... met zijn stinkende drankadem kwam hij wel heel dicht bij me zitten. Smekend om mijn telefoonnummer en steeds herhalend hoe graag hij wel naast me zat. Met een bang hart probeerde ik voor me uit te staren, wachtend tot het kleine vliegveldje in zicht was, vlakbij ons huisje. Het lukte me gelukkig om snel uit de bus te springen, 1.25 SRD in de handen van de buschauffeur achter te laten en die man van me af te schudden. Fioooew.

Start

Hey Fa !

Na een weekje Suriname, is het me dan toch gelukt om een blog te starten. Niet dat ik het niet wou, meerdere keren stond ik op het punt om mijn 'memoires' uit Suriname neer te pennen. Maar hier zit ik dan. Ondertussen al zes dagen onder de Surinaamse zon. Nog geen kleurtje, aangezien ik het heetste van de dag in een redactielokaal doorbreng.

Mijn eerste indruk van Suriname kreeg ik in de lucht. Met mijn neus tegen het raam geplakt zat ik naar het regenwoud te staren. Ook al lijkt het voor sommigen gewoon een verzameling van bomen, ik kon er niet genoeg van krijgen. Ik kon mezelf niet overtuigen om een foto te nemen van het landschap onder mij. Want een foto zou het regenwoud niet weergeven zoals het echt is.
Daarna volgde de rit van de luchthaven tot het huisje van Marcel, voor drie maanden dus mijn thuis. Het was een sightseeing om u tegen te zeggen. Kleine houten hutjes met inheemse mensen die hun geld verdienen geduldig wachtend aan hun fruitkraampjes.
De vele zwerfhonden langs de kant waren nog maar een voorproefje voor hetgeen we aan zouden treffen in het centrum van Paramaribo.
Na de eerste nacht opgestaan vol muggenbeten. Mijn netje leek net niet goed genoeg. Maar voorlopig valt de jeuk goed mee. Midden in de nacht even wakker geschrokken van de ‘buurtwacht’. Een soort patrouille die ’s nachts de straat op trekt. Met hun lampen verlichtten ze heel de kamer. De allereerste douche hier voelde zalig. Na een nacht vol woelen en zweten, luchtte het koude water me op. Daarna een ontbijtje en op ons gemak de buurt verkend. ’s Middags met Marcel de stad ingetrokken. Wat we daar allemaal zagen…echt confronterend. ‘Wees geen alcomobilist’ stond er in grote letters langs de weg. Maar het Parbobier glijdt overal goed binnen als je eens de stad rondkijkt. Wildplassen is een van de hobby's van de mannelijke Surinamers. Het eerste terrasje dat we deden, was met zicht op het gigantische Surinamemeer. De grote brug over, gingen we op zoek naar vers fruit. Vier kippetjes huppelden vrolijk rond onder de tafels die vol lagen met exotisch fruit. Zo ook overrijpe mango’s die we even later thuis probeerden eetbaar te maken. Een beetje kokosmelk smaakte hemels na een plakkerige busrit. En ’s avonds voor de eerste keer ‘gekookt’. Rijst, ananas en stukjes zwanworst, niet bepaald een koningenmaal, maar met een grommende maag smaakte het heerlijk.

De voorbije vier dagen bracht ik grotendeels door op de redactie van de Ware Tijd. Er kwamen 7 nieuwe huisgenootjes en in de stad zijn blanke meisjes een begeerd goed. Maar die belevenissen schrijf ik later neer. Voorlopig is mijn laptop leeggetypt.

Tot snel