30 dec 2010

Stormloop in de bib op 't Zuid ...

Nee, geen een of andere bekende Gentenaar die zorgde voor een volkstoeloop. Gewoon een bende kotstudenten die houden van een beetje gezelschap in dagen van kommer en kwel (lees: de blokperiode). Nietsvermoedend kwam ik daar al fietsend aangereden, tot ik een horde uitzinnig drummende leeftijdsgenoten door een smalle deur naar binnen zag kruipen. Voorbije weken was er sprake van een lichte stijging in het aantal blokkende studenten, maar deze week is gewoon de hel uitgebroken. Elk kleinste hoekje was ingepalmd. Gelukkig vond ik gisteren toch nog een tafeltje waar blijkbaar niemand het waagde aan te gaan zitten.

Ondertussen glijden de dagen voorbij. Elk moment van de dag probeer ik nuttig door te brengen met mijn neus in de boeken. So here I go again ...

22 dec 2010

Prei-wortel-ajuin-aardappel soep

Gisterennacht kwam ik na een helse treinreis eindelijk toe op mijn kot. Hels is eigenlijk het foute woord. Slechts 18 minuten zat ik op de trein. Niettemin duurde mijn reis meer dan twee uur... Na een Zeelse vertraging van 20 minuten zat er niets anders op dan te rennen naar het juiste perron bij onze aankomst in Lokeren. Ware het niet dat de trein richting Gent niets meer liet zien dan zijn smalende achterlichten. Met andere woorden, daar zaten we dan. Een klein uurtje vast in het donkere, Lokerse station. Uiteindelijk dook er dan toch nog eens een trein op richting Gent. Gelukkig had ik al die tijd een treinpartner bij me die zijn portie pech die dag wel al gekend had. Een treinvertraging kon er ook nog wel bij.

In Dampoort aangekomen, besefte ik dat een voettocht door de nachtelijke stad niet meteen het aangenaamste tijdsverdrijf zou zijn. Met een ongeziene snelheid stapte ik vooruit. Slechts één doel: mijn matras. De sneeuw rondom mij begon stilletjesaan, aan het onvermijdelijke ontbindingsproces. Na een klein halfuurtje bereikte ik veilig mijn einddoel.

Vandaag. Woensdag. Blokdag. Een hele dag heb ik doorgebracht in de bib op het Zuid. Geen afleiding, geen Music for Life dreunend in mijn hoofd, gewoon ik en het nodige cursusmateriaal. Rond een uur of half zeven was het welletjes geweest. Mijn verse groentjes lagen op me te wachten op mijn kot. Met andere woorden de tocht richting kot werd alweer ingezet. Samen met C. ging ik vol goede moed de strijd aan met het smeltende ijs in het Zuidpark en het nog gladdere brugje middenin het Muinkpark. Zonder kleerscheuren scheidden onze wegen. Bij mij was die weg een weg richting heerlijke, verse prei-wortel-ajuin-aardappel soep.

16 dec 2010

Na een tweetal weken isolement in mijn wereld zonder internet, heb ik toch de weg naar het web teruggevonden. Gek welke impact zo een scherm heeft op onze werelden. Ik weet nog goed toen ik een beginnende tiener was, hoe hard ik uitkeek naar dat uurtje computeren. Nochtans is een computer niet meteen mijn beste vriend. Nu goed, dat hebben we dan weer gehad.

In die twee weken zijn er wel enkele verhalen de revue gepasseerd.

6 december

Gisteren in de auto op weg naar Gent hoorde ik toepasselijk het liedje : ‘ik ben toch zeker Sinterklaas niet’ van Kinderen voor Kinderen. Nostalgie alom als ik daaraan terugdenk. Het was mijn allereerste cd’tje, gewonnen bij een wandelzoektocht op mijn toenmalige lagere school. Blauw heb ik die cd gedraaid. Jammer genoeg is dat plaatje verloren gegaan in een van de dozen bestemd voor het containerpark of misschien ligt hij gewoon ergens te verkommeren op onze overbeladen rommelkamer.

Ik ben net terug van een deugddoend looptochtje door het Gentse. Ik heb me letterlijk en figuurlijk op glad ijs begeven. Op sommige plaatsen lagen er nog verraderlijke ijsspiegels op het voetpad waardoor het meermaals leek alsof ik op een loopband liep en met moeite meters vooruitkwam. Daarnaast was het verkeer in de spits nog niet zo goed wakker, denk ik. Gelukkig valt een witte muts op in de donkere stad. Het was wel een stinkende goedemorgen die ik kreeg van de stad. De kachels en andere ‘warmhoudtoestellen’ hebben er voor gezorgd dat er bij momenten een doordringende geur m'n neus binnendrong.

In het Zuidpark stonden drie werkmannen te kijken hoe het in godsnaam mogelijk was dat die fontein dichtgevroren was. Hallo? De laatste week op de Noordpool gezeten? Even verderop kwam ik een man tegen die verdacht heel hard leek op mijn (vroegere) huisbaas Marcel. Heel leuk om dat Surinaams gevoel even terug te beleven. Al moet ik zeggen dat mijn inlevingsvermogen wel geweldig groot moet zijn, met een muts op mijn hoofd, wanten rond mijn verkleumde vingers en een sjaal over mijn rode hoofd leek het in de verste verte Suriname niet.

7 december

Ik heb me vandaag toegelegd op het afluisteren van enkele boeiende conversaties. Eenmaal in de week spring ik de trein op in Gent-Dampoort richting Lokeren, om uiteindelijk in het Zeelse te belanden. Onderweg vang ik steeds de meest geweldige gesprekken op. Op het Dampoortstation hoorde ik vanavond een groep arbeiders geamuseerd een discussie aangaan omtrent de politieke realiteit van vandaag. Vooral een ruige man met lange haren was er van overtuigd dat de media te veel druk leggen op de onderhandelaars. Volgens hem zal het allemaal wel zijn gang lopen zolang ze hen maar wat meer met rust laten. Een andere man kon er maar niet bij dat het zo traag kon gaan: ‘ze zouden verdorie wat meer peper in hun gat moeten steken’. Enfin, een uitkomst van hun conversatie was nog niet in zicht toen mijn trein kwam aangesneld.

Daar nam ik plaats bij drie andere treinzitters. Een daarvan was volledig verdiept in een boek van Dan Brown, de andere twee rolden van het ene in het andere onderwerp. Eerst ging het over een zekere Igor die blijkbaar een onverdraaglijke lichaamsgeur met zich meesleept. Even later waren ze het er over eens dat Geert Hoste de laatste jaren wel echt niet meer is wie hij ooit geweest was. Een van de twee omschreef hem als uitermate vermoeiend. En zo kwamen ze naadloos (?!) terecht bij Peter Van Den Begin. De nieuwe film ‘Frits & Freddy’ willen ze geen van beide missen. Van Peter naar Oud België en naar de Antwerpse AB. Ze hadden alleszins stof voldoende om hun tocht richting Antwerpen-Centraal verder te zetten. Ik moest er (jammer genoeg) af in Lokeren en zo verder richting perron A waar een boemeltreintje me opwachtte om de laatste vijf minuutjes naar Zele comfortabel te maken. Hier weinig of geen animatie. Buiten een meisje die gebeld werd, maar die het ‘te gênant vond om in de trein te vertellen’.

Op mijn terugweg was het vooral de stilte die opviel.

16 december alias 'vandaag'

Net terug van een onvoorziene avond. Het Boekenfestijn in Flanders Expo is trouwens een echte aanrader als je houdt van rondneuzen in een fabriekshal op zoek naar enkele parels van boeken tegen weggooiprijzen. Geen boekenbeurstaferelen, wel duizenden boeken, speurende Gentenaars en gewoon een heel goedkope manier om je boekenkast te vullen.

De terugweg naar het centrum verliep net iets minder vlot dan gepland. De tram leidde ons voorbij de periferie van Gent. Toen we uiteindelijk het Gravensteen naderden, waren we alweer een uurtje verder. Op de terugweg naar mijn kot, kon ik het niet laten om toch even over het Sint-Pietersplein te lopen, om een vleugje kerstsfeer op te vangen.

Ohja, mijn ros is alweer in de maak ... dus voorlopig hou ik bij wandelingetjes in het Gentse.

Droomze

30 nov 2010

Ontplofte sneeuwbal

Een winterjas zoeken, is niet meteen de bezigheid waar ik buitengewoon opgewonden van word. Gisteren ging ik voor de eerste keer vol goede moed op 'winterjasjacht'. Aangezien de temperaturen op dit moment al flink aan het kelderen zijn, moest het dus een lekker warme, toch mooie jas worden.
Blijkbaar lagen mijn eisen iets te hoog... De eerste mooie jas die ik vond, bestond uit niets meer dan een dun lapje stof. Een geweldige kap, maar daar ben ik uiteraard niets mee als al de rest het koud heeft. Het volgende exemplaar zag er heel leuk uit, tot ik me er in wurmde. Een lekker warm wollaagje vanbinnen, maar vanbuiten zag ik er uit als een ontplofte sneeuwbal, om het met een krachtige vergelijking te zeggen. Daarna gaf ik het op. Morgen waag ik me aan een nieuwe poging.

Gek hoe Gent zoveel verschillende gezichten heeft. De stad is op dit moment bedekt met een dun sneeuwlaagje en het geeft meteen een ander beeld. Met uiterste waakzaamheid zie je elke voetganger, elke fietser en elke autobestuurder zich een weg banen over de met ijzel bedekte weg. Zelf durfde ik vanmorgen mijn fiets niet uit te laten. Het leek me een te riskante onderneming.

Morgen zou de gevoelstemperatuur wel eens tot - 20 graden durven zakken volgens een betrouwbare bron. Het liefst van al zou ik me dan willen opsluiten op mijn kot, weggedoken in mijn zetel met een warm dekentje rond mij en een heerlijk kopje thee. Jammer genoeg moet ik mijn kot uit om een paper in te dienen en om even van de les te genieten. Hoera.

Morgen ga ik trouwens nog eens genieten van het uitzicht van op de tiende verdieping van het Ateveldegebouw op de Kantienberg. Een echte aanrader als je houdt van hoogtes en spectaculaire Gent-beelden.

Slaapzacht koude tenen van me.

22 nov 2010

Maandagochtendhumeur

Maandagochtend. Na een vermoeiend weekend voel ik het lood in mijn benen zakken wanneer ik om acht uur de wekker hoor jammeren.

En niet alleen bij mij lijkt dat gevoel te overheersen. Wanneer ik mijn ('gepimpte') fiets opspring, hangt het maandagochtendhumeur in de lucht. Zelfs de werkmannen op de hoek van de straat hebben deze keer geen zin om een fluitconcert te houden. Ook zij hebben last van slaperige oogjes. Onderweg naar de Sterre zie ik enkel opgejaagde 'gsm-ende' mensen in hun auto zitten. Zelfs de rode lichten lijken het vandaag op mij gemunt te hebben. Wat een contrast met vrijdagmiddag. Wanneer ik mijn tocht naar het station inzette, zag en hoorde ik vrolijke mensen. Een studente die in volle borst meezong met haar Ipod, een mama die samen met haar kindje de nieuwste Samsonhit meemompelde en een jogger die een carrière als zanger duidelijk zag zitten, helaas.

Na de eerste les van de week trap ik met volle snelheid mijn fiets naar de Colruyt in Ledeberg. Spontaan doet de parking me altijd denken aan Barbara Sarafian die een scheldsalvo afsteekt tegen een vrachtwagenchauffeur in de film 'Aanrijding in Moscou', een geweldige film trouwens. Mijn wekelijkse uitstap naar de supermarkt voelt al een beetje als routine. Met een onhandige kar wring ik me door elke rij heen om toch maar zo snel mogelijk alle nodige ingrediënten voor de komende week te bemachtigen. Wanneer me dat uiteindelijk lukt en ik aan de kassa sta, zie ik voor me een lustige kleuter een pakje chips naar binnenwerken. Even later krijgt hij ook nog een lolly in zijn mond gedropt. Gek, welke winkelgewoontes sommige mensen er op nahouden.

18 nov 2010

Housewife

Met 'Housewife' van Daan op de achtergrond lukt het altijd iets beter om me vol overgave te storten op het schoolwerk dat zich stelselmatig opstapelt. (Al moet ik zeggen dat ik toch al de zwaarste brok onder handen genomen heb, met name Politicologie ... een spontane huivering ontsnapt me bij het typen van het onheilspellende woord.)

Rond half vijf viel er gisterenavond al een lichte duisternis te bespeuren boven het Gentse. De winter probeert stilaan het heft in eigen handen te nemen. Aan de ene kant geniet ik van het knusse gevoel, de kerstsfeer die binnenkort weer zal bovendrijven. Gent straalt dan een heleboel gezelligheid uit. Jammer genoeg zal het 'MusicForLife - huis' dit jaar niet te vinden zijn op het Woodrow Wilsonplein. Dat zorgde twee jaar lang voor een extra boost tijdens de blok.
Aan de andere kant is de winter soms heel gemeen. Met dikke wanten nog steeds verkleumde vingers hebben, de bende toeristen die geen centimeter wijken wanneer je zelf een weg probeert te zoeken op weg naar een nuttige bezigheid, zoals in de les aanwezig zijn. Sneeuw en ijs vind ik een paradijs, maar ik moet nu al slikken als ik eraan denk hoe in godsnaam ik zonder de zotste toeren uit te halen, aan de Sterre zal geraken.

Ondertussen rijd ik rond in Gent met mijn mama's vervangfiets. Een verademing als je weet dat deze banden tenminste hard staan en de remmen werken. Elke berg durf ik aan. Gisterenavond heb ik me nog een weg gebaand door de overpoort toen ik terugkeerde van een knotsgek avondje samenzijn met vriendinnen. Van waar die massa uitgaanders blijft komen, ik weet het niet. Enfin, ik was maar al te blij dat ik op een snelle fiets zat, toen een jongen al roepend me probeerde duidelijk te maken dat hij wel graag een ritje op mijn fiets wou maken.

Straks is het alweer weekend. Week acht is bijna voorbij. Je kan niet geloven hoe snel de dagen voorbij gaan. Ik heb een dubbel gevoel wanneer ik vooruitblik. Ik kijk uit naar dat kerstgevoel, maar de uurtjes die ik zal slijten achter mijn bureau en in de Boekentoren, dat verdring ik nog een beetje. Al moet ik stiekem toegeven, dat ik ook kan genieten van die bloksfeer ... heel af en toe toch.

En Daan blijft gaan.

16 nov 2010

Dag van de Dynastie

Hij heeft het begeven. Het moest er eens van komen. Na een dagje studeren in de bib op 't Zuid, droop de ontgoocheling van me af toen ik merkte dat mijn achterwiel een wel heel raar geluid verspreidde. Niet het gewone rammelbaklawaai, wel een laatste poging tot ademhalen. Nog enkele meters sleepte ik me verder, maar veel beweging kreeg ik er niet in. Nu zit ik hier, een beetje verloren. Geen fiets in Gent vind ik nog steeds een enorme handicap. Het enige voordeel nu, is dat ik af en toe wel iets meer kan genieten van het uitzicht dat de stad te bieden heeft.

Vanmorgen zette ik vol goede moed pas richting Ufo, waar ik een drietal uur kon genieten van een leerlinggefrustreerde prof politicologie. Op mijn heentocht passeerde ik het vernieuwde Kinepoliscomplex. Niet het gebouw trok me aan, wel de oase van groen aan de overkant. De 'Muinkschelde', zoals google maps me influistert. Als je enkel naar het stille water kijkt en het groen dat het omringt, lijkt het wel alsof je ergens in een landelijk dorp zwerft. Tot je even naar boven kijkt en je oren openzet. De ene bouwkraan overtreft de andere. En de bouwmannen op het dak van het nieuwe 'studentenhomescomplex' kennen geen schaamte. Luidkeels roepen ze elk vrouwelijk uitziend wezen toe. Gent blijft toch altijd een stad van uitersten.

Gisterenavond samen met een kleine bende vrienden de wekelijkse quiz in de Confrater meegemaakt. Eerst stonden we voor een gesloten deur en vreesden we dat ook de cafeetjes gebruik maakten van het excuus, 'het is Dag van de Dynastie', om er even tussenuit te knijpen. Gelukkig gingen de jongens nog een kijkje nemen en hoorden we dat er wel degelijk gequizt zou worden. Vol 'goesting' zijn we er in gevlogen en werden we mooi vijfdes. Een middenmoot onder de andere deelnemers. Vooral de anagrammenronde zorgde voor de nodige hoofdbrekers. Toen we uiteindelijk Antonio Banderas op het blad kliederden, kregen alle kronkels in ons hoofd een plaatsje.

Ondertussen meet ik de schade op. Net iets te uitbundig omgesprongen bij het afgieten van de pasta. Naast rondvliegende macaroni's kreeg mijn hand ook een heet deksel te verduren. Gelukkig nog geen brandblaasjes te bespeuren.

Gegroet!

8 nov 2010

Wrak

Terwijl mijn verse brokkensoep pruttelt op het vuur - jawel, een gezonde kotstudent - laat ik mijn ogen over mijn 'vernieuwde' kot glijden. M'n zetel maakt het plaatje compleet. Ook de poster aan de muur en de foto's overal verspreid, geven me dat heerlijke thuisgevoel. Om het verder nog een beetje op te smukken, ga ik komende weken enkele rommelmarktjes en kringwinkels afschuimen. Vooral de rommelmarkt op Sint-Jacobs op vrijdagochtend geniet mijn voorkeur. Maar het vergt wel enige moed om mijn wrak (alias fiets) op te springen en daarheen te rijden. Nochtans heb ik 'de bergen van Gent' al meerdere keren onder mijn wielen zien voorbijhobbelen. En wanneer ik de kasseistrook van mijn straat bedwing, lijkt het wel alsof ik opnieuw in een gammel busje over de Surinaamse weggetjes kruip.

Vanmorgen zat ik met slaperige ogen te ontbijten, toen plots het geneurie van een kotgenote mijn kamer vulde. Mijn kot was vroeger de giga-garage van het studentengebouw. Nu blijft er slechts een kleine ruimte over waarin er net zes fietsen passen. (Ik ben nummer zeven...geen plaats voor mijn wrak ) Mijn studio is echter zo ingericht dat er een kleine mezzanine is boven dat fietsenhok. En daar slaap ik. Slechts gescheiden door een dunne muur, hoor ik met andere woorden alles wat er in dat hok gebeurt. Toen die bewuste studente dus met haar Ipod meezong, was ze zich van geen kwaad bewust. Gelukkig was er ook geen sprake van kwaad opzet. Wel een moment van innerlijke pret, bij mij weliswaar.

6 nov 2010

Gent op zaterdag

Deze middag met mijn papa Ikea verkend. Slechts een kwartier hebben we nodig gehad om heel de showroom te doorkruisen. Geen onnodige haltes: in één 'rechte' lijn vooruit.
De zetels heel snel bekeken en tot een besluit gekomen. Een grijs zetelbed heeft de keuring doorstaan. Zonder morren de weg naar het magazijn gevonden en met een groot bruin pak toegekomen aan mijn kot.
Opnieuw een race tegen de tijd. Armleuning hier, ruggensteun check ... klaar. Mijn kot krijgt eindelijk dat 'cosy' gevoel waarnaar ik al een tijdje op zoek was.

Ondertussen ook tot het besluit gekomen dat de Blaarmeersen toch een looptochtje waard zijn. Al meerdere keren spookte het door mijn hoofd om op m'n fiets daarheen te rijden, een 'rondje' te rennen en dan terug te keren.Telkens hield de gedachte aan tijdverspilling me bezig. Nu we er echter voorbij reden en de vele zaterdagse joggers zagen, lijkt het me geweldig om bij de grote familie van Watersportbaanjoggers te horen. Ik vraag me trouwens af hoe het met de Gentse marathonman gaat. Misschien wel tijd om deze week ook effectief de daad bij het woord te voegen.

Vandaag ook dé karikatuur van de Gentse 'sociale probleemgevallen' gezien. Een sigaret in z'n mond, T-shirt maatje small (terwijl hij duidelijk enkele X-en voor zijn L mocht schrijven), een bouwvakkersreet om u tegen te zeggen en een zus/vriendin/mede 'sociaal probleemgeval' dat door het raampje kroop om haar hond/'vlooi' uit te laten. Mocht ik een foto getrokken hebben, zou ik misschien wel de Pullitzerprijs kunnen winnen. De ideeën voor een reportage stroomden rijkelijk onder mijn kruin. Zou ik het puur journalistieke dan zo hard missen?

Ik voel me nu wel schuldig over het gebruik van de term 'sociale probleemgevallen'. Toch denk ik dat de aandacht daarnaartoe in Gent en andere grote steden serieus moet aangewakkerd worden. De armtierige woonomstandigheden liegen er niet om ... maar bij wie ligt de fout? Voor mij een onbeantwoorde vraag. Toch eens denken over een reportage dan.

4 nov 2010

Ochtendlijk looptochtje

Net een ochtendlijke looptocht achter de rug. Drie jaar lang was ik jaloers op kotstudenten die zomaar hun deur uitstapten om Gent al lopend te ontdekken. Gewoon al het idee om in een stad als deze te mogen lopen, leek me geweldig. En nu ik ook effectief met mijn looppassen door de straten dwaal, lijkt Gent plots nog veel meer in petto te hebben.

Van het Muinkpark tot het Zuidpark. Van het Van Eyck zwembad tot vlak naast de afrit van de E17 en aan de Visserij. Een route waar ik niets anders kan dan mijn ogen opentrekken. Vandaag ontdekte ik het Van Daal huis, gebouwd in 1908, Met uitzicht op de Leie. Ook de woonboten geven een ander gezicht aan Gent. Overwoekerde brievenbussen geven aan waar de ene boot eindigt en de andere begint. Hier en daar nog overblijfselen van 'een poging tot het bijhouden van een tuintje'. Toch valt het vooral op dat de meeste boten slecht, tot niet onderhouden zijn. Mijn journalistenneus ruikt een mooie reportage, maar dan besef ik dat ik me nu misschien beter bezig hou met de internationale politieke curiositeiten.

28 okt 2010

Duivenmoes

'Witte kip' is ondertussen al meer dan een half jaar terug op Belgische bodem ... Suriname heeft een verpletterende indruk op me achtergelaten. Een avontuur waar eigenlijk nog steeds geen einde aan gekomen is. Het blijft nazinderen in mijn hoofd. Elke dag herinnert er mij wel iets aan die elf weken - al waren het maar de littekens die de bloedtergende muskieten op me achtergelaten hebben.

Maanden na mijn terugkeer besef ik nog niet goed wat ik meegemaakt heb. Meerdere malen ben ik begonnen aan een reportage over het Surinaamse binnenland. Ik ben gestart met het neerpennen van mijn relaas van drie maanden pure kennismaking. Kennismaking met een onwaarschijnlijk landje, met een kleurrijke mengeling van mensen en een verbluffende fauna en flora. Maar telkens opnieuw ben ik gestopt. Die herinneringen drukten me te hard met de neus op de feiten: back to reality.

Ondertussen zit ik opnieuw elke dag in de les, internationale politiek alsjeblieft. Als 'onderscheiden' journalist besloot ik om toch nog niet meteen aan het werk te gaan. Even was ik het schrijven afgeleerd. De laatste weken is de kriebel echter teruggekomen. In mijn hoofd heeft zich al de eerste blogpost gevormd:


Duivenmoes


Ik zit nu vijf weken op kot, denk ik. Moeilijk om de tel bij te houden wanneer alles zo voorbij vliegt. Nooit gedacht dat het ooit waarheid zou worden, maar kijk, hier zit ik nu op mijn kleine mezzanine. Niet altijd een lachertje wanneer de garagepoort onder mij met een klap dichtgesmeten wordt. Dan lijkt het wel alsof mijn hele kot trilt. Daar eindigen de minpunten. Een eigen potje koken, op blote voeten rondlopen, op mijn gemak een filmpje bekijken en mijn eigen zin doen, dat zijn de ingrediënten van mijn kotleven. Zelfs stofzuigen en afwassen vind ik op een of andere manier ontspannend.

Nu, er is iets anders dat me de voorbije weken bezig hield. Een duif. Niet echt een beest waar ik dol op ben, maar toch wel fascinerend. Tijdens een van mijn eerste fietsritjes van school naar mijn kot, heb ik het voor het eerst ontdekt. Morsdood, in het midden van de weg. Het proces van vertering had zich reeds ingezet, maar de contouren van een duif waren nog duidelijk zichtbaar. Week na week heb ik het proces van achteruitgang meegemaakt. Op dit moment kan ik het enkel nog een hoopje noemen. Een platgereden hoopje pluimen.

Of hoe je, je naast de belangrijke dingen uit je leven ook kan bezighouden met iets dat hoort bij de dagelijkse beproeving van 'survival of the fittest'. Maar is het wel eerlijk om als mens een auto in te zetten tegen de natuurlijke kracht van een duif? Mij heeft het alvast geboeid.



Hieronder nog een foto van Jan, genomen tijdens onze beklimming van de Ananasberg in het Surinaamse regenwoud.










2 apr 2010

Laatste stagedag ...






Laatste werkdag, laatste dag voor ik vertrek op een zevendaagse trip naar het binnenland.
Speciaal nog eens extra vroeg uit de veren om die laatste artikels af te werken.




Tien weken zijn voorbij gevlogen. Op de redactie van de Ware Tijd heb ik geprobeerd dag na dag, week na week, het beste van mezelf te geven. Af en toe een dipje heeft me niet de das omgedaan. Integendeel, het deed me de volgende dag alleen maar meer zin krijgen om aan de slag te gaan. Het gekende writer's block heeft me nooit langer gegijzeld dan één dagje.











Ik ga ze missen. De fijne collega's, de mensen die ik interviewde, de momenten wanneer vlak naast mijn oor een episode van American Idols afspeelde, de zoektochten naar het juiste adres, de taxitripjes en vooral de vele busritten heen en weer van thuis naar mijn stageplaats. In die busjes heb ik het grootste deel van mijn inspiratie opgedaan. Kijk om je heen en je weet waarover je volgend artikel kan gaan.

Hoe dan ook, het was een prachtervaring...






Nu, hup het regenwoud in.


30 mrt 2010

Amerikaanse ambassadeur

Vorige week kreeg ik plots een envelop in mijn hand gedrukt. De met goudomrande letters van mijn naam verraadden al dat het een formele brief zou zijn, net zoals de stempel van de Amerikaanse ambassade.

'The Ambassador of the United States of America, John R. Nay, requests the pleasure of the company of Ms. Evelien Van Doorsselaere to a formal luncheon in honor of Women's History Month'
En gisterenmiddag gingen ik en Afra, een van mijn lieve collega's, op zoek naar het huis van de Amerikaanse ambassadeur. Moeilijk om te vinden, was het niet. De Amerikaanse vlag wapperde in de tuin van de riante villa. Bewakers stonden aan de poort om onze aanwezigheid te bevestigen op de lijst van uitgenodigden. Mijn fotocamera mocht niet mee binnen. Een van de bewakers stak het veilig in een opbergkastje en overhandigde de sleutel aan mij.
Toen we binnenkwamen, merkten we dat er helemaal niet zoveel aanwezigen waren dan gedacht. Slechts drie tafeltjes van gemiddeld 7 personen stonden in de woonkamer van de villa. Een tafel was volledig leeg, die journalistes hadden hun kat gestuurd. Wij schoven aan bij de ambassadeur hemzelve. De soep was al opgediend, want wij waren - op z'n Surinaams - een uurtje te laat.
Het was een unieke ervaring. Gezelligheid ten troef, maar met de nodige gereserveerdheid. Toch waren enkele journalistes brutaal genoeg om even de spot te drijven met Obama. 'Obama, for me he is like a Aboma.' Oftewel een anaconda in het Surinaams. Gelukkig kon de man er mee lachen. Zeker wanneer de bewuste vrouw een anekdote vertelde over de recente klimaattop in Suriname. Toen zij in de 'onderwatertrein' zat op weg van Kopenhagen naar Zweden, werden plots de remmen dichtgegooid. Op dat moment zweefde het vliegtuig van Obama door de lucht. Alle verkeer in de omgeving kreeg het sein om te stoppen. En zoiets kon de goedklapse freelance journaliste niet verkroppen.
Enfin. Het eten was top. Het kleine stukje chocoladetaart smaakte hemels. Jammer genoeg was mijn maag niet helemaal in orde en kon ik slechts genieten van enkele kleine hapjes, maar de pastalasagne is een leuk ideetje voor wanneer ik opnieuw in Zeelse contreien vertoef.
Op het einde van de lunch, kreeg ik de kans om met enkele hoge pieten van de Amerikaanse ambassade te praten. Ze spraken hun lof over mijn artikel over Black History Month - ondertussen alweer weeeeeken geleden - met als gevolg dat mijn hoofd nog een beetje harder gloeide dan voorheen. En geloof me, ik zag er al uit als een kreeftje. Even een moment van intense fierheid.

29 mrt 2010

Regenpret in Paramaribo

Foto's naar de hand van de heer Jan Van Steenbrugge:





Onze laatste stageweek liet alvast een onvergetelijke indruk op ons achter. Op weg naar de redactie konden we niet anders dan onze schoenen uit te doen en over te steken met onze voeten wadend door het overtollige regenwater.

Galibi en zo

Mijn weekend begon alweer spetterend. Op vrijdagavond kropen we de taxi in om een heuse ‘school dance contest’ mee te maken. Welke school mag zichzelf een jaar lang de best dansende school van Suriname noemen? Ik voelde me even in een Amerikaanse film. Een gigantische sporthal met houten zitjes was het wedstrijddecor. Stipt op tijd om zeven uur stonden wij aan de ingang van het gebeuren. Een mooi plaatsje rechtover het podium. Alleen … opnieuw zaten we daar in een vrijwel lege zaal. Zou het dan toch niet echt de moeite zijn? Toch wel. Twee uur later dan gepland, was de sporthal bijna tot de nok gevuld. Een bende puberende Surinaamse jongeren kwam supporteren om van hun school dé dansschool van 2010 te maken.

Wat vooral opviel, was dat de mannelijke schoolafgevaardigden veel meer ritme in hun lijf hadden dan hun vrouwelijke mededansers. De kwaliteit van de dansers steeg school na school. De jongens met strooien rokjes en soepele lijven gingen uiteindelijk met de hoofdprijs aan de haal. Spektakel van begin tot eind met het nodige showelement er in verwerkt. Omdat de volgende dag ons tripje naar Galibi op het programma stond, besloten ik, Jana en Klaartje om rond een uur huisafwaarts te keren.


Na een korte, vier uur durende nacht ging het licht weer aan. Op weg naar Galibi. Na enkele treuzelingen en frustraties kropen we – enkele uren later dan gepland – in de bus op weg naar het schildpaddenparadijs. Via Moengo kwamen we terecht in Albina. Waar de bootman ons opwachtte om met ons de ‘oversteek’ naar Galibi te wagen. En – laat ons zeggen – het was een woelig boottochtje. Onze rugzakken en het eten en drinken lagen goed beschermd onder het zeil. Wij daarentegen kregen de volle lading zeewater te verwerken. Maar goed, achteraf ontdekt dat mijn benen ook het bruinproces ingezet hebben. Weliswaar met een roodgloeiende schijn er bovenop.


Het strandje waar we aanmeerden was verlaten en zo godverdomd mooi. Met de nodige hulpvaardigheid, laadden we al onze spullen er uit en kregen we de kans om ons hutje te verkennen. Daar ontdekten Sharon, Elien, Jana en ik dat we er niet de meest veilige kamer hadden uitgepikt. Op het muurtje vlak naast onze kamer, gescheiden door enkel kippengaas, zat een gigantische vogelspin. Geen aangename gedachte om die avond mee in slaap te vallen.
Na ons geïnstalleerd te hebben, besloten we om op verkenning te gaan op het strand en in het minidorpje. Op ieders gezicht was een gevoel van gelukzaligheid waar te lezen. Geen hoopje op elkaar gepropte toeristen te bespeuren. Het Suriname van vandaag is – buiten een overvloed aan Belgische en Nederlandse stagiaires – nog relatief gespaard gebleven van de ‘diehardtoeristen’. Na een heerlijke maaltijd, bereid door twee meereizende keukenprinsen, stonden alle oogjes al op hun nachtfocus. Om half tien was het bijna muisstil op Warana Lodge. Behalve de zee, die hield niet op met golfbrekende toeren uithalen.

Om half één ’s nachts moesten we onze matras voor eventjes verlaten. Met de gids gingen we op zoek naar zeeschildpadden. Dat bleek geen moeilijke missie te zijn. Al na enkele honderden meters hadden we de eerste op het oog. Maar zolang ze aan het graven waren, moesten wij ons vooral koest houden. Bij één schildpad hadden we prijs. Deze was al in een diepe trance toen we ze aantroffen. De ‘pingpongbalachtige eitjes’ vielen een voor een in het speciaal gegraven kuiltje. Een spectaculair beeld dat niet zo snel van mijn netvlies te krijgen is. Na een goeie anderhalve kilometer op het strand de sporen te volgen, besloten we dat het tijd was om opnieuw de andere richting uit te gaan richting de vogelspin, richting ons bedje. Onderweg wees de gids ons meerdere keren op de sporen van een jaguar. Verse sporen op zoek naar een lekker schildpadbeestje.


Om zes uur was het opnieuw de wekker die ons uit onze slaap haalde. Dit keer gingen we de schildpadden bij daglicht zien en kregen we dus ook de mogelijkheid om foto’s te nemen. Er waren heel wat minder diertjes te tellen. Toch was het enorm mooi om de schildpad haar nest te zien maken. Jammer genoeg had ze er al snel genoeg van, en kon de opkomende zon haar niet overtuigen om eitjes te leggen. Met een woeste blik gericht op oneindig smeet ze zichzelf opnieuw vol overgave de zee in.


Later op de dag na een stevig ontbijt en een nog mogelijk stevigere strandwandeling, werd de boot opnieuw geladen. Dit keer richting de Galibische zoo. Luiaarden, aapjes, neusberen, anaconda’s, vogelspinnen, een kaaiman, stekelvarkens en kleine schildpadden bezorgden ons de nodige animatie. Daarna riep de ongeduldige bootsman ons terug, hij kon geen tijd verliezen want hij moest alweer een andere groep de zee op brengen.
De terugtocht bezorgde iedereen een gevoel van ontlading en vermoeidheid. In de hobbelende bus scheurden we opnieuw naar de Estabrielstraat 20. Met al onze ervaringen veilig opgeborgen in een bokaaltje.

Tot het volgende avontuur






23 mrt 2010

Weekend in woorden

Het weekend bracht geen rust voor mij. Na een moeilijke werkweek had ik nood aan een beetje slaap. Maar dat was buiten mezelf gerekend. De zin om uitstapjes te maken, nam de bovenhand.

Zaterdag alweer vroeg uit de veren om samen met Elien en Lisa de fietsenmaker op te zoeken. Een fietstochtje naar de plantage Peperpot stond op het programma. Jammer genoeg viel dat tochtje in het water. Een borgsom van 350 SRD per fiets hadden we er toch niet voor over. De 'louche-uitziende' man kon ons vertrouwen niet winnen, dus vertrokken we uiteindelijk in het busje van Marcel richting Peperpot.

De rust en schoonheid vielen neer op mijn schouders. Zonder zeveren: het heeft me deugd gedaan. Even een stapje te midden van de mooie natuur. Even een moment van waanzinnig gelukkig zijn. Al moet ik zeggen dat die momenten hier niet schaars zijn ...

Aapjes hebben we niet gezien, na enkele fikse regenbuien hebben ze zich begrijpelijk verscholen in hun hoge, veilige bomen. Wij daarentegen konden even genieten van een regenvlaag over onze oververhitte hoofden.

Daarna nam Marcel ons mee naar een oude koffieplantage. Opnieuw een idyllisch plaatsje dat opgeslagen blijft in mijn fotografisch geheugen. Een geheugen dat stilaan zijn top bijna bereikt. Maar telkens lukt het me om een nieuw plaatje te schieten. Nog een kleine drie weken laat ik mijn camera draaien. Geen moment wil ik overslaan.

In Marcels busje liep het helemaal fout. Goed fout. Nederlandse schlagers deden zijn boxen wit uitslaan, wij kwijlden alsof we nooit eerder Clouseau, Guus Meeuws of Abel gehoord hadden. Een overweldigend gevoel. Gek eigenlijk hoe je je zo jezelf kan voelen bij mensen die je amper twee maanden kent.

Op enkele honderden meters van de Surinamerivier dropt Marcel ons voor de giga-brug en daar begon onze tocht ...

Nu ja, onze aftocht. Vol goede moed begonnen we aan de klim van de 'Jules Wijdenboschburg.' Met klapperende tanden en op smalle ijzeren(?) platen zetten we er een flinke vaart achter. We waren niet helemaal gerust over de stevigheid van de brug, tot we ontdekten dat er onder de platen nog beton verscholen zat. (Het kon ook niet anders, maar geloof me mijn hart bonsde in mijn keel.) Toen we bijna bovenaan de brug stonden, hoorden we een man naast ons roepen. Het bleek een politieman te zijn die ons dringend aanmaande terug naar beneden te gaan. Daar stonden we dan. Met ons vieren, midden op de brug. En we mochten geen meter meer verder gaan. Toen de man weg was, bedachten we nog even wat we zouden doen. Maar toen hij zijn motor keerde en opnieuw naast ons kwam tuffen, dropen we ontgoocheld af.

Gelukkig kwam Marcel ons opnieuw oppikken. Deze keer richting Paranam. Samen met de productiemedewerker van de film 'Sonny Boy', gingen we een oud, houten bootje ophalen, dat gebruikt zou worden tijdens de drie dagen durende opnames in Paramaribo, bij Fort Zeelandia. Zo kwamen we dus even terecht op een echte filmset. Mijn twee mannelijke huisgenoten - Jan en Pieter- namen een figurantenrol voor hun rekening.

Na een zaterdag vol avontuur, riep mijn hoofd om rust. Gelukkig bracht mijn Dafalgan-smelttabletje soelaas. Met een gelukzalige glimlach viel ik die avond in slaap. De moeilijke dagen die vooraf gingen aan het weekend, verbleekten onder een dromerige nacht.

Zondagochtend, half zes. De wekker liet zich van zijn smerigste kant zien. Opstaan werd een kleine ramp wanneer we ontdekten dat de honden zich in onze vuilniszak genesteld hadden en een stinkende zak kip op ons terras terecht was gekomen.

Gelukkig hadden ik en Liza een leuk vooruitzicht: savannecrossen. Toen Vincent ons kwam oppikken kwamen net enkele huisgenootjes thuis van de ZsaZsaZu. Het contrast tussen onze slaperige ogen en hun ogen vol feestvreugde was groot. Snel reden we richting Zanderij, waar onze dag startte.

En het was alweer geweldig. Quads, jeeps en motorfietsen raasden door de savanne. Het water spatte omhoog en bracht chauffeurs soms in moeilijkheden. Wij deden zelf niet mee in de race, maar Vincent liet ons kennismaken met het parcours en dook met ons de diepste plassen en kreekjes in. Wij waren ook het 'reddingsteam'. Elke jeep of quad die vastgereden was in de modder of het water, snelden wij te hulp. Een onwaarschijnlijke ervaring. Mijn buik kriebelt nog steeds wanneer ik terugdenk aan de savanne die langs ons heen voorbij vloog.

Vandaag, woensdag, staat mijn reportage in de krant. Voor ik hier terecht kwam, was het de bedoeling dat ik vijf weken bij mens en maatschappij zou meedraaien, en vijf weken op de redactie sport. Dat is even anders gelopen, maar nu heb ik toch ook mijn steentje bijgedragen voor de sportredactie.

Ondertussen zijn we opnieuw in de helft van onze werkweek. Maandag was de deadline voor de milieu-editie komende zaterdag. Dus tussen het avontuur door, heb ik ook gewerkt aan die artikels. Nu heb ik even tijd om te bekomen en rustig aan mijn nieuwe items te werken. Na het zalige zwempartijtje maandag, heb ik het gevoel dat mijn stage zonder meer een enorme boost gekregen heeft.

Vanavond ga ik met de huisgenootjes en Sharon en Anneke - de versgelande Belgische stagiaires die vanaf volgende week ook zullen meedraaien op de Ware Tijd - een heerlijke milkshake drinken bij het Spanhoekhotel. Tijd om nu dus even door te werken.

Liefs

19 mrt 2010

Decadent




Ja, ook in Suriname is er tijd voor een verwenmoment ... of wat had je gedacht. Een maskertje helpt om even lekker te ontspannen. Het lijkt wel alsof je, je oude huid van je af scheurt en een nieuwe tevoorschijn komt. Na een zwembeurt in de Surinamerivier (toen we naar White Beach gingen) kon ons velletje wel enige zuivering gebruiken.

Jana werkt nu in Thermen Hermitage, een luxueus beautysalon. Een middagje hamam, zwembad, fruitsla, massage en maskertjes zie ik helemaal zitten. Na het binnenland gaan we ons helemaal laten onderdompelen in dat luxewereldje. Een woord: decadent.

18 mrt 2010

En En En

Straks is er alweer een werkweek voorbij. De onderwerpen die deze week in mijn schoot terechtkwamen: composteren - de Ark Van Noach -huiswerkbegeleiding - batterijen recycleren.

Een vijfdaagse werkweek is nooit saai. Van de ene naar de andere kant word ik gesleurd, in gedachten, maar vooral ook met de taxi vlieg ik naar alle uithoeken van Paramaribo. Soms weet ik zelf niet eens waar ik heen word gevoerd. Van de Maletraitemall naar de Anton Drachtenweg, van de Estabrielstraat naar de Leysweg. Steeds opnieuw vraag ik me onderweg af wie of wat ik zal aantreffen. Zoveel verschillende mensen, zoveel verschillende verhalen.

Ik merk van mezelf dat ik stilaan in de Surinaamse levenswijze ben gerold. Hun leuze is en blijft: Easy on... Vaak merk ik dat ik me niet opjaag om op tijd op een afspraak te verschijnen. Al te vaak stond ik daar hopeloos verloren te wachten tot er iemand opdaagt. Opnieuw iets dat ik in België zal moeten afleren. Daarnaast zal het verkeer een van de grootste veranderingen zijn. Terwijl Surinamers alles op het gemakje doen, draaien ze volledig door van zodra ze de auto inkruipen. Hun 'toeter' staat geen moment stil. Voorbije maandag zat ik in de auto met Guillaume Pool (een waar fenomeen in Suriname en een ongelofelijk sympathieke man) en Elien op zoek naar een dokteres die me eens een echt goed zalfje zou kunnen voorschrijven. Dit was wat hij zei: "Vrouwen zijn beesten in het verkeer, zij zullen je nooooooooit voorrang verlenen." En dus heb ik er eens op gelet, en wat hij zei is effectief waar. Oke, er zijn ook bitterweinig mannen die de uitdaging met zichzelf aangaan en stoppen bij een zebrapad, maar de vrouwen zijn het ergste.

Toen we bij Guillaume in de auto zaten, zagen we plots Alida van de Boomhut verschijnen. Na een gevaarlijk manoeuvre, lukte het hem om haar klem te rijden en snel een woordje te wisselen met de dame die ooit Ketnetgewijs het Vlaamse scherm vulde.

Er is nog iets waaraan ik zal moeten wennen eenmaal terug in ons belgenlandje: wakker worden zonder het geblaf van dolle straathonden. En geen 11 kwetterende huisgenoten rond mij. En geen zon die er voor zorgt dat je dag onmiddellijk gemaakt is. En geen Chinees op elke hoek van de straat. En geen kleurrijk beschilderde busjes die slingeren over de baan. En En En En

15 mrt 2010

Een plus een is drie

Mijn blog heeft even stil gelegen.
Niet omdat er zo weinig gebeurd is ten huize Estabrielstraat, integendeel. Misschien zorgt de overvloed aan belevenissen er wel voor dat mijn hoofd af en toe eens tilt slaat.

Drie zware dagen zijn nu achter de rug. Alles begon met ons barbecuefeest voorbije vrijdagavond. Na een week waarin vermoeidheid en ziekte hun tentakels vastgezet hadden onder mijn huid, gaf een onverwacht telefoontje me de nodige energiestromen. Groenten snijden, decoreren, bami wokken, ... een onvervalste Surinaamse barbecue stond onze gasten te wachten. En om eens variatie in ons dagelijks eten te brengen, stond er ook kip op het menu =)

Een zestigtal genodigen bracht nog meer leven in de brouwerij - en geloof me, met 12 stagiaires in huis ben je veel gewoon. Een babbeltje slaan, nieuwe gezichten waar Surinaamse avonturen an vasthangen, een broeierig sfeertje, borden vol lekkers, de eerste danspasjes en de Borgoe Rum die rijkelijk stroomt. Geen wonder dat er een onvergetelijke indruk is achtergebleven bij onze gasten.

De volgende ochtend/middag vond de opkuis plaats. Die verliep verbazingwekkend vlot. Met de zwabber in mijn handen lukte het zelfs om een onuitwisbare properheid achter te laten. Of dan toch voor een uurtje. De rest van de dag heb ik ervaren als nogal leeg.
' s Avonds stond 'The remember Lucky Dube show' op het programma. Een reggae-avond die we niet wilden missen. Alleen ... ze hadden ons verteld om vroeg genoeg te gaan, meer dan drieduizend mensen zouden het ons anders heel moeilijk maken om een glimp op te vangen van het optreden. Daar stonden we dan. Een uurtje op voorhand. In een leeg Flamboyant Park. Geen Surinamer die er aan dacht om toch maar eens op tijd te komen, maar wij als allereerste van de partij. Na meer dan twee uur wachten (met nog steeds de restanten van de avond ervoor in ons lijf) konden we eindelijk genieten van het voorprogramma. De zware druk op mijn ogen maakte het moeilijk om me volledig in te leven in het reggaesfeertje. Toch is het gelukt om - op een laag pitje - mee te swingen met de energieke podiunmannen en -vrouwen. Het laatste uur van de Zuid-Afrikaanse Remember Lucky Dube band heb ik wel jammerlijk genoeg moeten missen. Slechts een paar huisgenoten hielden het vol tot de allerlaatste toon.

Zondagmiddag = strandmiddag. White Beach is een aangelegd strandje aan de Surinamerivier. Verwacht geen witte stranden, mooie rotsen en blauw, doorschijnend water. Gewoon een gezellig strand met enkele hutjes en schaduwboompjes. Een lekker rustmoment, maar geen spectaculair gebeuren. Nochtans heb ik wel opnieuw heel hard genoten van het mooie uitzicht dat we voorbijraasden met de wagen. Het doet me nog meer zin krijgen om zeven dagen de natuur in te trekken, diep het binnenland in.

9 mrt 2010

Het leek wel Slumdog Millionnaire


Een doordringende geur, duizenden gieren die rond je hoofd zwermen, grote bulldozers, zwervers op zoek naar geluk, junkies op zoek naar stuff, opgehoopte lagen vuiligheid en ik totaal overdonderd.

Dat zijn de 'ingrediënten' die het vuilnisbelt van Paramaribo te bieden heeft. Vorige zaterdag stond ik er min of meer bovenop. Mijn ogen puilden uit. Hoe kan het in godsnaam dat zoiets nog bestaat ... dat is blijkbaar niet zo gek. In heel veel landen in Zuid-Amerika en ook in Azië wellicht, storten mensen hun vuil op de vuilnisbelt.
Voorheen was het een diepe put, nu torent de vuilligheid boven je uit. Slechts op enkele tientallen meters van het stort leven mensen. De geur en overlast moet onuitstaanbaar zijn.

Toen ik het belt op reed, met de vuilniswagen, moest ik even slikken - moeilijk als je je neus dichtknijpt, geloof me. Ik voelde me binnendringen in een wereld waar normaal enkel acteurs en actrices toegang voor krijgen. Maar ik stond daar echt. De bulldozers rond mij grolden kwaadaardig. De plastic vuilniszakken scheurden genadeloos open en huiselijk afval spoot open. Een paradijs voor de gieren die dreigende blikken naar elkaar wierpen om toch maar die eerste hap te pakken te krijgen...

En dat allemaal voor een reportage over de Surinaamse vuilnismannen.

4 mrt 2010

Dichterlijke somberheid

Het besef komt hard aan.
Hard als een kokosnoot, hard als een machette die door je lijf snijdt.
Week zes loopt op z'n einde.
De helft voorbij.
Laat me toch gewoon genieten van m'n tijd hier.
Dat doe ik wel, wees daar van overtuigd.
Toch valt het me zwaar.
Zwaar als de pindakaas die ik 's morgens op mijn brood smeer, zwaar als de vrouw die me gisteren bijna tegen het raam van een busje plette.

Phagwa


Geen woorden nodig ... kijk en geniet van het Hindoestaans verfspektakel.


Jana en Liselotte



Elien en Elien

Ik geef Jana een laagje babypoeder



1 mrt 2010

Korte medeling

Sorry voor mijn ellenlange uitweidingen, ik hou er nu eenmaal van om verhaaltjes te vertellen ... laat het jullie pret niet bederven als je opnieuw zo een pagina tegenkomt :-). Mijn oprechte excuses!

Het leven van een stagiaire in Suriname kan toch hard zijn ...

Opnieuw een weekend achter de rug. Mijn adjectieven zijn reeds opgebruikt. Hoe zal ik dit weekend omschrijven? Saai, niet spectaculair. Dat zou gelogen zijn. Alhoewel, zaterdagmorgen lag wel dicht in die buurt. Ik en Jan gingen op bezoek bij de Rozekruisers, een mystieke orde. Er werd een soort opendeurdag gehouden. Jammer genoeg was het niet bijster interessant. Tijdens de Egyptische meditatie in hun tempel, was het moeilijk mijn hoofd erbij te houden. Enfin, misschien was dat wel het opzet van heel het spel. Maar het kon me dus niet boeien. Op dit moment pers ik mijn hersenen samen om toch maar een min of meer veelzeggend artikel te schrijven.

Maar alle andere momenten van het weekend verdienen een ander adjectief. Vrijdagavond begon goed met het toneelstuk 'Midzomernacht'. Gebaseerd op de welgekende Shakespeare. Het was een theaterstuk op Surinaamse wijze. De gedragingen van de acteurs benaderden het hilarische. De zaal lag steeds plat bij de minste poging om grappig te zijn. Als toeschouwer kon ik niets anders dan meelachen wanneer er opnieuw een lachsalvo passeerde. Maar ik genoot echt van de onbeschaamdheid en de kunde van de acteurs.

Op het einde beseften we nog niet dat het slechts 'een opwarmertje' was voor onze avond. Dicht tegen de kathedraal, achter de Surinaamsche bank (ik weet niet waarom ik het zeg, maar zo kunnen jullie zich wat oriënteren in Parmaribo city) vond die avond ook de officiële opening plaats van de tentoonstelling Paramaribo SPAN. Een 29tal artiesten stelt hun kunstwerken daartentoon. Onder andere een tatoeëerder en iemand die het nodig vond om een hele bende kuikens in een hok bijeen te proppen. We hadden geen officiële uitnodiging, maar omdat Jan die wel had, lukte het ons toch om binnen te sluipen. Een magische tuin ging voor ons open. Of op z'n minst het hof van eden. Zonde en heerlijkheid liggen dicht bij elkaar... Hoe poëtisch ben ik nu weer bezig. Kortom, we kwamen terecht in een wereld waar à volonté cocktails, sushi, fruit en dürum verorberd kon worden. Weliswaar gingen wij voluit voor de kunst. Ook president Venetiaan deed daar zijn blije intrede. Toen we gefascineerd naar de kuikens aan het staren waren, kwam er plots een horde cameramannen en - vrouwen aangerend. Wij moesten plaatsmaken voor de man. Interessant, om ook dat eens van dichtbij mee te maken.

Zo kwam het dus dat ons weekend in een razende vaart vooruit snelde. Gisteren hebben we Matapica verkend. We vertrokken met een busje. Op enkele honderden meters verwijderd van onze bootopstapplaats kregen we (godzijdank?) een klapband. Waar Surinaamse wegels niet goed voor zijn. Na een korte wandeling klommen we in ons vaartuig. Volgeladen met drank, eten en Belgische stagiaires, gingen we de tocht aan. Onderweg stopten we even om enkele oude plantages te bezoeken. Waaronder de vroegere koffieplantage Reynsdorp aan de Matapicakreek. Ook daar groeien de kokosnoten aan de bomen =) en een vriendelijke inwoner besloot ons met een machette te helpen om de noten te breken. De overblijfselen van de plantage waren eerder miniem. Maar toch vond ik het de moeite om die kleine dorpjes van naderbij te spotten.

Een harde kokosnoot om te kraken



De tocht over het water (De Commewijne, Surinamerivier en dan enkele vertakkingen daarvan) verliep niet zonder 'slag of tak'. Op een bepaald moment moesten we een uurtje wachten op de komst van vloed. Terwijl we met de boot bijna vastzaten in het drassige gebied. Uiteindelijk konden we aanmeren aan een van de huisjes die de matapicakreek omringde. De leerkracht die ons meenam op uitstap, kookte daar voor ons een verrukkelijke maaltijd. En na een moddergevecht in het water van de Matapicakreek, voelden we ons als herboren. Een plaatselijke kerel besloot daarbij dat hij het telefoonnummer van het blondje wou. Met andere woorden, mijn telefoonnummer. Hij schreef op een serviette de cijfers die ik hem gaf. Toch waagde ik het niet om mijn Surinaamse nummer achter te laten. Misschien gemeen, misschien gewoon op mijn hoede.


Plonsen in de Matapicakreek

Dreigende wolken boven Matapica


Op de kruising met de zee, spotten we enkele benoemenswaardige vogels. Waaronder een hele meute flamingo's. Een beeld dat nooit meer uit mijn geheugen zal te krijgen zijn. Het deed me zelfs terugdenken aan het bezoekje aan de zoo ... voorbije zomer, hoe lyrisch toch.

Met een vaart keerden we terug waar we gestart waren. Door het oerwoud met een bootje. Nog meer woorden nodig? De ondergaande zon, de opkomende maan en de sterrenhemel maakten de dag compleet. Dag Matapica, dag binnenland.

26 feb 2010

Mengelmoes

Blij als een klein kind liep ik daarnet de Witte Lotus binnen.
De Witte Lotus?

Het zwembad op de hoek. Na vier weken en vijf dagen is het eindelijk gelukt om een frisse duik te nemen. Een verademing na vier dagen hard labeur. Deze week vlogen de opdrachten me om de oren. Van Amerikaanse hiphop artiest Sub-Z naar hamambezittende numeroloog Rebien tot de medewerkers van het Rode Kruis. Verschillende werelden komen in mijn artikels samen. Of toch in de krant. En WeekendVibes komt er nog aan. Maar ik heb echt genoten van de voorbije gesprekken. Ook in de taxi's kom ik steeds weer in een nieuwe omgeving terecht. Taxi Romeo, taxi Haron, taxi Zinnia en taxi Ulster kennen geen geheimen meer voor mij.

Een regelrechte writer's block overvalt me hier. Laten we het houden bij een vermoeidheidsprik.

22 feb 2010

Palulu





Had een rustig weekend gepland. Zaterdag een luierdag aan het zwembad, zondag een was-en plasdag. Maar het verliep net 'iets' anders.
Onze buurman Marcel schotelde ons vrijdagavond zijn befaamde scampischotel voor. Surinamers weten perfect hoe een groep Belgische stagiaires te verwennen. Met een voldaan gevoel kropen we - wat dacht je - de hangmat in. Een babbeltje en een drankje zonder meer. Marcel vertelde ons dat we de volgende dag richting binnenland trokken, om daar een avondje feest te vieren en om een nacht te kamperen onder een Surinaamse hut in onze onmisbaar geworden hangmat.
Zo geschiede ...
Onderweg naar 'Palulu', vlakbij Zanderij, leek het alsof we de allereerste Surinaamse rit herbeleefden. In omgekeerde richting weliswaar. Een drukkend gevoel overviel me in het - toen nog onbeschadigde - busje. De eerste maand is voorbij, die tocht met overvolle koffers en een hoofd gevuld met terugkeergedachten komt schrikwekkend snel dichterbij.
Om me heen kijkend viel me eens te meer op hoe groot het contrast hier is. In een passerende villawijk zag ik kinderhoofdjes, over de struiken heen, op en neer swingen. Een reuzetrampoline zorgde voor de nodige animatie. Minuten en kilometers later snelden we een andere omgeving voorbij. Daar deed een oud bed dienst als verende trampoline. Even grote pret.
De kampplek gevonden, hangmatten omhooggehangen, het kreekje verkend en een fotoshoot later stonden we klaar voor het avondje vertier. Klein detail: geen spoor van het feest. Dat was blijkbaar ook niet de bedoeling, Marcels broer en enkele vrienden kwamen ons vervoegen in Palulu. Gezellig. Een kampvuur zorgde voor het groepsgevoel. Kroketjes op de pan - geen echt junglemaal - maar een heerlijk tussendoortje.
Later op de avond haalde Jeffrey, Marcels broer, de discobar boven. Pink Floyd, Michael Jackson, Lady Gaga en de Surinaamse hitjes weerklonken in de jungle... partytime! Nu, enkele accidentjes later besloot onze huisbaas/buurman zelf een feestje in het nabije dorp te gaan vieren. Na enkele rumgetinte drankjes stak hij zijn busje in gang. Blutsen, bulten en schrammen verrieden zijn beschonken toestand. Even later stond hij terug om te ontdekken dat ook wij houden van danspartijtjes.
Met enkele wachtposten rondom ons konden we met een gerust hart in onze hangmat kruipen. Het geluid van het nachtelijke regenwoud kon me wel bekoren, enkel natuurlijk geluiden. Tot 'de snurker' ontwaakte. Van ontbossing gesproken. De ene boom na de andere moest er aan geloven. Gelukkig hield het de beestjes op een afstand, of dat maakten ze ons toch wijs :-)
De volgende ochtend wist ik eerst niet waar ik lag, tot ik rond me heen keek. Bomen. Een regenachtige dag brak aan.
Nu, maandagavond, is de regen nog niet overgewaaid.

18 feb 2010

Partyfever

25 februari 1980 is een belangrijke datum in de geschiedenis van Suriname. Op die dag pleegde Desi Bouterse en zijn achterban een staatsgreep op de toenmalige, corrupte regering. Vanmorgen had ik de eer om Fred van Russel te interviewen, een belangrijke naam in de vakbondswereld en een fervente strijder op vlak van de rechten voor oud-strijders, ook hij heeft nog gevochten in de oorlog in Zuid-Korea. Wat hij te maken heeft met die staatsgreep? Niet bijster veel, alhoewel hij voorstander is van het democratiseringsproces, en dus die bewuste coup eigenlijk afkeurde. Maar hij viert ook zijn tachtigste verjaardag op 25 februari. Met de vraag wat hij deed op die bewuste dag in 1980, sloot ik mijn interview af.

Enfin, een interessant gesprek. Jammer genoeg kon ik me er niet vol overgave op storten, omdat voorbije nacht ook in mijn hoofd een kleine staatsgreep plaatsgevonden heeft. Krioelende beestjes hebben de tijd van hun leven. Surinaamse beestjes of Belgische achterblijvers? Geen idee. Maar dat ze genieten van hun feestpartijtje, dat merk ik wel. Hoe kan ik daar nu neen tegen zeggen? Koortserige toestanden hebben er voor gezorgd dat 18 februari voor mij vooral een 'hangmat-beddag' geworden is.

Stiekem had ik toch gehoopt dat ze een ander hoofd hadden uitverkoren. Maar nu ben ik de gelukkige, geveld in mijn vierde week op Surinaamse bodem.

15 feb 2010

Weekendvibes

Het weekend was er weer eentje om in te kaderen ...

Vrijdagavond 12 februari

Een etentje in een javaans restaurant. Bami, nasi, scampi's, en een hele reutemeute gerechten die heerlijk smaakten, maar waarvan ik geen idee heb hoe ze heten. Enkele uurtjes later heb ik voor de eerste keer het échte nachtleven hier ontdekt. Vorige week was maar een voorsmaakje. Eerst gingen we de Havana Lounge onveilig maken. Bijna geen volk te zien, maar gelukkig waren we allemaal geweldig in de mood en maakten we er gewoon ons eigen feestje van.
Daarna naar de ZsaZsaZu, dé discotheek van Paramaribo. Na de man aan de kassa gesmeekt te hebben ons een goed prijsje te geven en hem genadeloos rond onze vinger te draaien, maakten we een entree in een vrijwel lege zaal. Langs de zijkanten enkele plaatselijke macho's, op de dansvloer de marina's die verleidelijk een dansje waagden. En wij opnieuw een eigen feestje bouwen. Pas na vijf uur lieten we de party voor wat ze was, half leeggefeest, maar in de partybus van Marcel was daar nog niets van te merken …

Zaterdag 13 februari

Genoten van een rustig dagje chillen met die billen. Een beetje geschreven, een beetje geluierd, een beetje op de laptop getokkeld, een beetje gezond. Resultaat: rode billen.
's Avonds voor de eerste keer in mijn twintigjarige bestaan, naar een hindoestaans jubileum geweest. Lekker eten en een gezellig sfeertje. Toen ik en Lien afscheid namen, nam de gastvrouw ons bij de hand en werden we de dansvloer ‘opgesleurd’. Heel schattig was dat. Doodmoe, maar voldaan keerden we naar huis. Met de fiets was het even schrikken geblazen wanneer er een mysterieus brommertje achter ons vertraagde, maar even later bleek het de fotograaf van de Ware Tijd te zijn. Oeeef.

Champagne op Surinaamse wijze


Zondag 14 februari

Om acht uur stonden ik, Jan, Elien en Lien klaar om op avontuur te gaan. Letterlijk ‘met de jeep door het oerwoud’. Vincent kwam ons oppikken en op Zanderij werd het startsein gegeven voor een echte fatoetocht. Met andere woorden: crossen in de bossen. En dat er gecrost werd was meteen duidelijk. De stofwolken zorgden ervoor dat we op het einde van de dag een rode schijn vertoonden. Een ‘once in a lifetime experience’. Alhoewel… op 21 maart is het opnieuw savannecross :-) Ready,set, go.

Happy Valentine

Lien, Elien, ik en Jan ergens in de kluwen van het uitgestrekte regenwoud

Na de tocht door de jungle: moegecrost


11 feb 2010

Ben je op de wandeling?

Nog zo een gekke uitdrukking die je op elke hoek van de straat hoort. 'Op de wandeling'. Daar bedoelen ze gewoon mee: Ben je op stap in de stad?

Op de redactie heb ik mijn draai gevonden. Sinds deze week voel ik me echt een volwaardig lid van de redactie mens en maatschappij. Dat geeft me een leuk gevoel. Het gevoel dat mijn collega's meer en meer vertrouwen in me krijgen. De opdrachten die ik krijg, boeien me echt. Ook al is het af en toe wel een heel luchtig onderwerp. Maar op deze manier leer ik hoe het is om in een maatschappij als deze te leven. Ik hou van de Surinaamse mentaliteit. Al moet ik het nog leren om mijn eigen ongeduldigheid aan de kant te schuiven. Hier jaagt niemand zich op. Alles komt als het komt. En de gastvrijheid van de mensen hier reikt zoveel verder als bij ons.
Zo mag ik komende zaterdag naar een gouden jubileum! Een Hindoestaans koppel is 50 jaar getrouwd, en dat moet gevierd worden.

Eergisteren ging ik voor een item op bezoek in een van de bejaardentehuizen in Paramaribo. Ook daar werd ik uitbundig ontvangen. Ik kreeg zelfs mango's toegeworpen door enkele kwieke dametjes.

Gisteren ging ik dan weer de straat op voor Valentijn. De mensen hier hebben het toch moeilijk om met hun hoofd in de krant te verschijnen. Maar gelukkig vond ik toch enkele mensen die bereid waren hun liefdesleven met me te delen. Zo mocht ik een koppel interviewen die net na zes maanden elkaar terug herenigd waren. De man moest nog in Nederland blijven terwijl de vrouw al eventjes terug in Suriname woonde. Hun blijdschap en verliefdheid deed ook mijn hart een sprongetje maken.

Zes maanden is het dubbele van drie maanden. Ik vraag me af hoe het bij mij zou zijn, om na drie maanden terug op Belgische bodem te zijn ...

... Maar dat zijn toekomstvragen. Nu is het tijd voor actie!

9 feb 2010

Junglekriebels

Vrijdagavond kreeg ik een aanlokkelijk voorstel. 'Geen zin om morgen mee de jungle in te trekken?' Zo gezegd, zo gedaan. Zaterdagochtend stond Vincent (een collega van de Ware Tijd) met z'n crossjeep voor de deur, samen met twee 'dametjes van middelbare leeftijd'. Dat was een kleine domper op mijn vreugde, ik zag het avontuur al een beetje vervagen. Maar ach, ik ging toch het regenwoud in.

Tussenstop één: Lelydorp. Gewoon om de nodige voedingsstoffen in te kopen. Dan opnieuw de wagen in. Op weg naar het eerste inheemse dorpje. Rondkijken was de boodschap. Een horde huisjes passeerden we: klein of groot, krot of villa. Kleine fruitkraampjes, wachtend op hongerige toeristen. Maar daar gingen we aan voorbij. We kwamen aan, aan een kreekje. Een soort meertje in colakleur. 'Dames met menstruatie gelieve het water niet te betreden', hing er op een bordje. Het water was verfrissend, maar geen tijd om te zwemmen.

Opnieuw de jeep in, nu op zoek naar savanne. Vincent reed in de meest smalle wegels, zelfs waar er helemaal geen wegels waren. Enkel hoog savannegras en zand ... veel zand. Nu en dan raakten we op een doodlopend pad. Maar we kwamen altijd terug terecht. Vincent wist precies wat hij deed. Als savannerijder en vroegere binnenlandbewoner, had hij veel ervaring. Tot als hij even afgeleid raakte door het gebabbel op zijn achterbank. Eén verkeerde draai aan het stuur, één verkeerde afslag en daar strandden we. De jeep ging geen centimeter vooruit of achteruit. Meer dan een uur lang probeerden ik en Vincent om de wielen los te krijgen. Het moest gewoon lukken. Maar het hielp niet. Dus na een hele poos, stapten we op weg naar de 'hoofdweg'. Waar af en toe wel auto's reden. Daar zaten we dan, op een bankje bij een Indiaans kruidenierswinkeltje. Te wachten op hulp.

Een grijze jeep trok onze aandacht. De redding was nabij. Vanachter in de kofferbak snelden we met hen naar de plaats waar onze auto stond. Daar probeerden we met man en macht te duwen, slepen, trekken. Geen beweging. Vincent probeerde dan maar enkele van zijn vrienden op te trommelen, die in de buurt bezig waren aan een crosssessie. Ondertussen stelden de mensen uit de grijze jeep voor om ons mee te nemen naar een feest, iets verderop in het dorpje Carolina. Zo gezegd zo gedaan. Over het rode zand, snelden we naar het dorp. Ik, achteraan in de kofferbak. In regen, wind en zon. Het was een zot gebeuren. Bobbel, hobbel, bobbel. En zo ging het een hele tijd door. En ik, ik vond het fantastisch om daar te zitten, me vast te klampen en elke vierkante centimeter rondom mij te zien voorbij flitsen. Een onbeschrijfelijk gevoel. Hoe ik daar zat, met kriebels in mijn buik. Op een bepaald moment moest ik me bijna dubbelplooien om de takken te ontwijken.

Aangekomen op het familiefeest werden we ontvangen door enthousiaste feestvierders. We konden onmiddellijk aanschuiven om de lekkernijen van het land te ontdekken. En gesmaakt heeft het zeker. Daar zaten we. Ik en de twee oudere dametjes. Toen de muziek begon te spelen, kwam de boel pas echt op gang. Dansend, zingend, lachend. Op een bepaald moment kwam één van de dametjes bij me. 'Ik heb contact met de drummer', zei ze. Met een vette knipoog er achteraan.

Enkele uren later was het Vincent met hulp van voorbijgangers gelukt om los te raken. Hij kwam ons oppikken om nog even dieper het regenwoud in te gaan. Met een overzetboot vaarden we de Surinamerivier over. Ooit was er geprobeerd om daar een brug te bouwen. Maar toen de laatste afwerking begon, botste een 'illegaal schip' frontaal op de brug. Gevolg: brug beschadigd, geen geld om een nieuwe te bouwen.

Aan de overkant gingen we nog naar de Jodensavanne en Blaka Watra. Iets minder spectaculair, maar wel een adembenemend beeld. Af en toe brak er een wolkbreuk uit, waardoor we uiteindelijk beslisten om de jeep in te kruipen, en stilaan richting huis te rijden ... een wervelende dag achter de rug. Laat in de avond kwam ik terug thuis.

Voor ik naar Suriname kwam, kon ik alleen maar dromen van zoveel avontuur. Nu is het werkelijkheid geworden. Geen mens die dit nog van me afneemt.

Ik heb mijn best gedaan om mijn verhaal hier neer te pennen. Maar dat gevoel diep vanbinnen, kan ik onmogelijk beschrijven. Als ik daar aan terugdenk kan ik alleen maar glimlachen. Dus hier zit ik dan met omhoogkrullende mondhoeken.

Klaar om de werkdag te starten.

7 feb 2010

Wordt vervolgd...


Als ik neen tegen mijn collega had gezegd. Als ik me overslapen had. Als we die zandwegel niet ingeslagen waren. Als we niet vastgereden waren. Als we geen hulp gevraagd hadden aan de grijze jeep. Als we toen niet ingingen op hun aanbod. Als ik niet achteraan in de kofferbak zat … Dan had ik nooit de dag van mijn leven beleefd.

6 feb 2010

Woelig

Bekomen van een woelige nacht. Om twee uur deze nacht wou ik onder de douche kruipen ... ik was er van overtuigd dat het ochtend was. Niets was minder waar. Opnieuw onder het muskietennet, maar dan was het natuurlijk om zeep. (Sven zou zeggen: 'Om zeep, dat is nog altijd beter dan om sigaretten :-) ... )
Gewoeld, gezweet en rare dromen gedroomd. Mijn kamergenootje hoorde me zelfs brabbelen.

Maar nu ben ik wakker, klaar om naar de redactie te gaan. Met een glimlach denk ik terug aan dinsdag, toen mocht ik een koppel die hun gouden jubileum vierden, interviewen. Verwacht geen hoogstaande dingen, want het was echt moeilijk om enkele originele quotes uit hun mond te horen. Maar ik vond hen echt sympathiek. Samen met enkele van hun zonen wonen ze op hun erf 'Hastinapur' (hof der schonen). Mijn artikel kreeg de naam 'Liefde is ... samen pottenbakken'. Hun gemeenschappelijke motto.

Eergisteren zijn we gaan apintidrummen. Een leuk tussendoortje deze week. Ik werd zelfs geïnterviewd door het jeugdjournaal terwijl ik net een kanjer van een muggenbeet vlak onder mijn oog had. Mooi beeld.