23 mrt 2010

Weekend in woorden

Het weekend bracht geen rust voor mij. Na een moeilijke werkweek had ik nood aan een beetje slaap. Maar dat was buiten mezelf gerekend. De zin om uitstapjes te maken, nam de bovenhand.

Zaterdag alweer vroeg uit de veren om samen met Elien en Lisa de fietsenmaker op te zoeken. Een fietstochtje naar de plantage Peperpot stond op het programma. Jammer genoeg viel dat tochtje in het water. Een borgsom van 350 SRD per fiets hadden we er toch niet voor over. De 'louche-uitziende' man kon ons vertrouwen niet winnen, dus vertrokken we uiteindelijk in het busje van Marcel richting Peperpot.

De rust en schoonheid vielen neer op mijn schouders. Zonder zeveren: het heeft me deugd gedaan. Even een stapje te midden van de mooie natuur. Even een moment van waanzinnig gelukkig zijn. Al moet ik zeggen dat die momenten hier niet schaars zijn ...

Aapjes hebben we niet gezien, na enkele fikse regenbuien hebben ze zich begrijpelijk verscholen in hun hoge, veilige bomen. Wij daarentegen konden even genieten van een regenvlaag over onze oververhitte hoofden.

Daarna nam Marcel ons mee naar een oude koffieplantage. Opnieuw een idyllisch plaatsje dat opgeslagen blijft in mijn fotografisch geheugen. Een geheugen dat stilaan zijn top bijna bereikt. Maar telkens lukt het me om een nieuw plaatje te schieten. Nog een kleine drie weken laat ik mijn camera draaien. Geen moment wil ik overslaan.

In Marcels busje liep het helemaal fout. Goed fout. Nederlandse schlagers deden zijn boxen wit uitslaan, wij kwijlden alsof we nooit eerder Clouseau, Guus Meeuws of Abel gehoord hadden. Een overweldigend gevoel. Gek eigenlijk hoe je je zo jezelf kan voelen bij mensen die je amper twee maanden kent.

Op enkele honderden meters van de Surinamerivier dropt Marcel ons voor de giga-brug en daar begon onze tocht ...

Nu ja, onze aftocht. Vol goede moed begonnen we aan de klim van de 'Jules Wijdenboschburg.' Met klapperende tanden en op smalle ijzeren(?) platen zetten we er een flinke vaart achter. We waren niet helemaal gerust over de stevigheid van de brug, tot we ontdekten dat er onder de platen nog beton verscholen zat. (Het kon ook niet anders, maar geloof me mijn hart bonsde in mijn keel.) Toen we bijna bovenaan de brug stonden, hoorden we een man naast ons roepen. Het bleek een politieman te zijn die ons dringend aanmaande terug naar beneden te gaan. Daar stonden we dan. Met ons vieren, midden op de brug. En we mochten geen meter meer verder gaan. Toen de man weg was, bedachten we nog even wat we zouden doen. Maar toen hij zijn motor keerde en opnieuw naast ons kwam tuffen, dropen we ontgoocheld af.

Gelukkig kwam Marcel ons opnieuw oppikken. Deze keer richting Paranam. Samen met de productiemedewerker van de film 'Sonny Boy', gingen we een oud, houten bootje ophalen, dat gebruikt zou worden tijdens de drie dagen durende opnames in Paramaribo, bij Fort Zeelandia. Zo kwamen we dus even terecht op een echte filmset. Mijn twee mannelijke huisgenoten - Jan en Pieter- namen een figurantenrol voor hun rekening.

Na een zaterdag vol avontuur, riep mijn hoofd om rust. Gelukkig bracht mijn Dafalgan-smelttabletje soelaas. Met een gelukzalige glimlach viel ik die avond in slaap. De moeilijke dagen die vooraf gingen aan het weekend, verbleekten onder een dromerige nacht.

Zondagochtend, half zes. De wekker liet zich van zijn smerigste kant zien. Opstaan werd een kleine ramp wanneer we ontdekten dat de honden zich in onze vuilniszak genesteld hadden en een stinkende zak kip op ons terras terecht was gekomen.

Gelukkig hadden ik en Liza een leuk vooruitzicht: savannecrossen. Toen Vincent ons kwam oppikken kwamen net enkele huisgenootjes thuis van de ZsaZsaZu. Het contrast tussen onze slaperige ogen en hun ogen vol feestvreugde was groot. Snel reden we richting Zanderij, waar onze dag startte.

En het was alweer geweldig. Quads, jeeps en motorfietsen raasden door de savanne. Het water spatte omhoog en bracht chauffeurs soms in moeilijkheden. Wij deden zelf niet mee in de race, maar Vincent liet ons kennismaken met het parcours en dook met ons de diepste plassen en kreekjes in. Wij waren ook het 'reddingsteam'. Elke jeep of quad die vastgereden was in de modder of het water, snelden wij te hulp. Een onwaarschijnlijke ervaring. Mijn buik kriebelt nog steeds wanneer ik terugdenk aan de savanne die langs ons heen voorbij vloog.

Vandaag, woensdag, staat mijn reportage in de krant. Voor ik hier terecht kwam, was het de bedoeling dat ik vijf weken bij mens en maatschappij zou meedraaien, en vijf weken op de redactie sport. Dat is even anders gelopen, maar nu heb ik toch ook mijn steentje bijgedragen voor de sportredactie.

Ondertussen zijn we opnieuw in de helft van onze werkweek. Maandag was de deadline voor de milieu-editie komende zaterdag. Dus tussen het avontuur door, heb ik ook gewerkt aan die artikels. Nu heb ik even tijd om te bekomen en rustig aan mijn nieuwe items te werken. Na het zalige zwempartijtje maandag, heb ik het gevoel dat mijn stage zonder meer een enorme boost gekregen heeft.

Vanavond ga ik met de huisgenootjes en Sharon en Anneke - de versgelande Belgische stagiaires die vanaf volgende week ook zullen meedraaien op de Ware Tijd - een heerlijke milkshake drinken bij het Spanhoekhotel. Tijd om nu dus even door te werken.

Liefs

Geen opmerkingen:

Een reactie posten