3 jun 2012

Onbesokt

Het klopt niet altijd wat ik schrijf. Ik bedoel: mijn zinsbouw is niet altijd wat het lijkt. Het is een poging tot hoogstaande literatuur, maar vaak vervalt het in het typisch studentikoze taalgebruik. Afgehakte zinnen, abrupte zinsonderbrekingen, afkortingen waar je geen bal van verstaat en dergelijke barbaarse praktijken - and me like it. De BFF's en NWLY's zijn ondertussen met uiterste precisie uitgegomd in mijn persoonlijke groene boekje, maar zwerven nog steeds rond op sociale netwerksites net zoals de onverwoestbare Zakkenman rondkuiert door de straten van Gent. Telkens opnieuw lijken ze op te duiken op de meest onvoorspelbare plaatsen - voorbije week nét een aanrijding kunnen voorkomen met de nog steeds winters ingepakte, meest bekende zwerver in het Gentse. 


Voorbije vrijdag trouwens een rondje badminton gespeeld. Kleine vergetelheid: geen kous te bespeuren in mijn met zorg volgepropte tas - niet dus. Dan maar een andere tactiek toegepast. De man aan de kassa keek een beetje raar toen ik vroeg om de verloren voorwerpen uit te pluizen op zoek naar - iet of wat draagbare - sokken, maar ging daarna lustig op zoek. Helaas. Het zouden twee 'beblijnde' voeten worden. Ware het niet dat de man toch nog een laatste oplossing achter de hand had. "Pas jij wel even op de kassa" - zei hij alsof het de doodnormaalste zaak van de wereld was. Blijkbaar is zijn vertrouwen torenhoog als het aankomt op onbesokte studentes. Glunderend kwam hij terug met een paar échte sportkousen. En ja, ze waren wit - nu ja een licht geelachtige schijn was reeds zichtbaar. De persooneelskast heeft blijkbaar meer in petto dan gedacht. Nu, op het einde van het partijtje badminton wou ik de man nog bedanken en vragen wat ik met de kousen moest doen - misschien hebben ze daar ook wel een wasmachine. Ofwel neem ik ze mee naar huis om te wassen, maar ik wist niet of zijn vertrouwen wel groot genoeg zou zijn om op mijn goedheid te rekenen. Het dilemma was echter snel achter de rug als ik een jonge kerel achter de kassa zag zitten. Ik kon toch geen bezwete, geelachtige, bijna verstorven sokken teruggeven aan iemand die niet op de hoogte was - en die er by the way ook niet onknap uitzag. Ik heb ze snel weggemoffeld met de opperste zelfvoldoening dat ik ze volgende week - zelfde plaats, zelfde tijd- proper gewassen en fris ruikend zal teruggeven aan de GVS: de Grote, Vriendelijke Sokkenman.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten