9 dec 2011

Hardnekkige zeepbelvlekken

Een studie internationale politiek, met als afstudeerrichting derde wereld, levert af en toe ‘gevatte’ reacties op.

Word jij dan opgeleid om de arme, Afrikaanse kindjes te redden? Is het wel veilig om naar dé derde wereld te gaan?


Tot daartoe de perceptie van enkele onwetenden. Uiteraard was het mijn droom als 12-jarige om de wereld te gaan redden. Ik zou heel rijk worden en al mijn miljoenen aan die arme Afrikaantjes geven... (Dat was mijn antwoord op de nostalgische vraag: "Had je tien miljoen wat zou jij dan doen?")

Helaas, die bubbel is enkele jaren geleden met veel vertoon opengesprongen, met hardnekkige zeepbelvlekken tot gevolg - beter dan rode wijn, denk je dan. Maar zelfs met schrobben zijn ze niet meer van mijn netvlies te krijgen. Met geld alleen koop je de armoede niet uit de wereld. En wat is geld eigenlijk? Als je vandaag zelfs niet meer weet of onze teergeliefde euro te vertrouwen is (zelfs Hendrik Vos, onze rosse Europaheld, geeft ons geen zekerheid meer). Staatsbons, bad banks, reddingsfondsen, ... al ooit geprobeerd om je daar een beeld van te vormen? Ik wel. Maar hoe - in godsnaam - kunnen we daarmee hongerige magen vullen, vraag ik me dan af.

Enfin, wat ik eigenlijk zeggen wil. Op enkele jaren tijd is mijn visie, mijn perceptie en mijn houding ten opzichte van ontwikkelingssamenwerking grondig door elkaar geschud. Het is niet altijd wat het lijkt. Het bombastische woord 'ontwikkelingssamenwerking' klinkt als een broodnoodzakelijke - of om in de context te blijven manioknoodzakelijke - onderneming, maar er is nood aan enige relativering.





Dat Angelina Jolie - walhallagewijs - handjes schudt met AIDS-weesjes, dat zien we wel allemaal op de voorpagina's. Maar dat die 'naïeve Afrikaantjes' ook hun eigen oplossingen naar voren schuiven, dat krijgen we niet of toch heel weinig te lezen. Onlangs heeft een lezing van de Nederlandse journaliste Linda Polman me wel heel hard met de neus op de feiten gedrukt. Zij heeft het duidelijk gemunt op de onethische praktijken binnen de wereldwijde hulpverlening. 'Afschaffen die handel' was haar (oerHollandse - maar in het Engels uitgedrukte) antwoord.

Zij is wel heel radicaal. Maar laat de gewone mens maar eens de ogen fronsen, zeg ik dan. Want daar reken ik mezelf ook bij. Zolang je geen genuanceerd beeld krijgt op het werk dat landen, ngo's en andere internationale organisaties verrichten in ontwikkelingslanden, blijf je enkel geloven in het goede van al die nauwopgezette hulpacties. Maar waarom hoor je dan elke dag opnieuw over hongersnoden, torenhoge armoedecijfers en andere oneindige crisissen? Dat is nu net de complexiteit van het hele gebeuren.

Gewoon, denk er eens een beetje dieper over na als je binnen een tiental dagen jouw bijdrage levert voor het grote Music for Life-circus. Niet alles is wat het lijkt. Toch ga ook ik opnieuw me een beetje laten meeslepen door al die liefdadigheid. Want ik blijf - soms een beetje tot het naïeve toe - geloven in het goede van elke mens.
Gewoon, omdat ook ik nog steeds geloof dat we wel iets kunnen verwezenlijken. En omdat ik dat gevoel niet helemaal wil kwijtspelen.
Gewoon, omdat ik heel graag mijn vleugels wil openslaan en zelf van dichtbij wil ontdekken hoe zo een organisatie hulp levert. Nu kan ik wel mijn oren en ogen openzetten, maar zolang ik niet in het circuit zelf zit, blijf ik verschillende visies absorberen.
Gewoon, zo gewoon.

En als afsluitertje, omdat het vandaag de zin was die de allereerste tandpastasmile op mijn gezicht bracht:


"Ik wens je een 2012 vol liefde, peis en vree, dit geschenk komt uit mezelf, het is een doos vol diarree" (MFL)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten